65 22 Tussen het Havenhoofd bij Zierikzeeen het Pikgat iagen verschillende karre- velden waar je naar hartelust de Tureluur (foto 22), Kluten en Kieviten kon waarnemen. Vlak voorbij Pikgat was een plaats waar Kemphaantjes hun schijngevechten hielden (net als in de Koudekerkse Inlaag). Vanaf de weg van Zierikzee naar Haamstede die over de inlaagdijken liep (de Provinciale weg bestond nog niet!) kon je - met de zon achter-de vogels prima zien. Met hoog water op de Oosterschelde kwamen vele steltlopers op het land achter de dij ken overtijen. In het verleden zijn karrevelden vaak in een inlaag terecht geko men wanneer achterwaarts wéér een inlaagdijk gemaakt moest worden. Over de inlagen kunnen we betrekkelijk kort zijn. Vers ligt ons nog de succes volle uitgave van de „Vogelwacht" in de herinnering „J. Vijverberg en de vo gels van de zuidkust van Schouwen" (Sterna 1980,1/2) waar ik graag naar ver wijs. Voor bezoekers van buiten Zeeland is het altijd weer moeilijk te begrijpen dat een inlaag een gebied is waar de zeedijk de oudste dijk is en de inlaagdijk jon ger. Elders in Nederland zijn immers veel landaanwinningspolders waar de zeedijk de jongste dijk is. Inlagen waren er al sinds de vroege middeleeuwen en ook hebben ze niets te maken met doorbraken uit 1953. Er zijn inlagen met vrij veel land zoals de Cauwers Inlaag bij Zierikzee. Veel water hadden altijd de Weevers en Flaauwers Inlaag die ook als tijdelijke opslagplaats van polderwater gebruikt werden, maar waarin een paar grote eilanden („hillen") lagen waarop duizenden Kapmeeuwen en Sterns broed den. De eieren werden volop geraapt tot een bepaalde tijd (15 juni). Tijdens droge zomers, b.v. in 1938 tijdens het Schouwen l-kamp, komen de in-

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1984 | | pagina 71