TapufrenMz/'doorn, "Roberfskriti/'d 75 De kopjes waren ook konijnenplekjes en in oude konijnenholen broedde de Tapuit. Op foto 34 zien we de N.J.N.ers uit het zomerkamp 1938 botaniserend en vo gels kijkend door de binnenduinen langs het „Lange witte duin" in de richting van de Verklikkerduinen lopen. Prachtig vind ik nog de anecdote die ik hoorde van Rijkel ten Kate „Op een warme dag vroegen we om water bij de duinboerderij van Pimmelaar. De boer zei verbaasd: „Waeter.daer breeke de dieken van deu en gaf de groep heerlijk koele melk". Mijn historische rondgang door Schouwen 50 jaar geleden is hiermee beëin digd. Misschien wel een idyllische tocht ver van een dreigende wereld in de ja ren '30. Maar ook dat was typisch de N.J.N. Neutraal opererend, zonder bin ding met kerk of politieke partijen trok ze zich terug op wat genoemd werd de „groene zandbank". Wereldvreemd? Voor velen bood het een geestelijk rust punt in een steeds doller draaiende maatschappij het evenwicht in de natuur te zoeken en te bestuderen. Met verbazing kijken we terug op een Schouwen dat niet mer is. Na de oorlogsoverstroming van 1944-45 waren veel bomen in de polder verdwenen, na 1953 verdwenen ook de slingerende weggetjes en de kronkelende dijken. Met tekeningen, foto's en begeleidende tekst heb ik geprobeerd het Schouw- se landschap van toen nog een keer terug te roepen. De lezer(es) moet zelf maar een oordeel vellen over verlies of winst sindsdien. Graag hoor ik eens een reactie of schrijft iemand een aanvulling. Misschien worden sommigen zelfs gestimuleerd tot nader onderzoek. Het veranderende landschap van Schouwen blijft een studie waard!

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1984 | | pagina 81