De nachtvlinders
Zoals uit ons vorige artikel naar voren is gekomen hebben de botanisch
waardevolste Schouwse polderdijken een zandig tot licht zavelig substraat.
Verscheidene kenmerkende plantesoorten voor deze dijken, zoals bijvoor
beeld echt walstro, akkerhoornbloem, muurpeper en kruisdistel, komen al
gemeen in de duinen voor. Via de buitendijken van het eiland zijn de pol
derdijken met de Schouwse duinen verbonden. Op deze manier fungeren zij
als verbindende landschapselementen waarlangs planten en dieren kunnen
migreren (Bink 1980)Het is daarom niet verwonderlijk dat we op de au
thentieke Schouwse dijken de Sint-Jansvlinder Zygaena fdH-pendulae)
aantreffen. Het is een overdag vliegende nachtvlinder die meer op een
dagvlinder lijkt en verwant is met de motvlinders. De verspreiding van
deze soort is voor de rest in Zeeland voornamelijk beperkt tot de duinen.
Ze behoort tot de schoonheden van de Schouwse dijken. De vlinder heeft
een diepzwart lichaam en rood met zwarte vleugels. Ze koestert zich veel
in de zon en vliegt weinig en langzaam. De Sint-Jansvlinder kan verward
worden met een tweede soort van hetzelfde geslacht: Zygaena fcrdfoIvd
een soort zonder Nederlandse naam die echter niet zes maar slechts vijf
vlekken op de vleugel draagt. Beide soorten komen op de dijken door el
kaar voor. De vlinders zitten vaak met tientallen of honderden bij elkaar.
De rupsen van deze soorten leven
vooral op rolklavers; de pop zit
in een geelachtige cocon die bo
vengronds om grasstengels wordt
bevestigd
Een andere opvallende verschij
ning is de op vele dijken voor
komende Jacobsvlinder (Tynia Ja
cob aeae Deze soort komt even
eens veel in de duinen voor. De
opvallend geel en zwart geteken
de rupsen zitten vaak massaal
op hun voedselplant Jacobskruis-
kruid. Ook smalbladig kruiskruid
is door ons als voedselplant
waargenomen. De rupsen doen hun
werk grondig want meestal blijft
er van zo'n zestig cm lange
plant niet veel meer over dan
de steel met de takjes van de
bloeiwijze en is al het blad
groen opgevreten. Ze z;ijn te
vinden van juli tot september;
de pop overwintert in een onder
gronds spinsel. De vlinder komt
in mei te voorschijn en is zo
wel overdag als 's avonds actief.