- R #U W»l é>T L T Al een aantal jaren pluk ik in september/oktober fruit (appels en peren) bij Bram Leeuwe op Noordwelle. Het is een mooie tijd van het jaar om buiten bezig te zijn. De vogeltrek is dan in volle gang; geregeld ko men troepen vinken, graspiepers, kauwtjes en spreeuwen langs. Over de ze laatste soort zullen we het nu hebben, want hoewel de meeste spreeu wen gelukkig voorbij vliegen zijn er ook groepen die dorstig op de ap peltjes vallen. De schade die deze spreeuwen veroorzaken is in sommige jaren behoorlijk groot. Het zijn niet alleen de appels waarvan gegeten is, die waardeloos worden, maar ook de met uitwerpselen bevuilde appels die eronder hangen (de appels werken erg laxerend) kunnen op z'n best nog weg voor appel moes Nu kan de aangerichte schade van jaar tot jaar en van plaats tot plaats heel sterk verschillen. Een voorbeeld: In oktober 1983 miegelde het in de boomgaard van Bram Leeuwe bij Noordwelle van de spreeuwen die zich aan het fruit tegoed deden, terwijl nauwelijks 3 km verderop in de boom gaard van z'n vader aan de Hogezoom (Haamstede) zowat geen spreeuw te bekennen viel. Omdat juist in de trektijd overal massa's spreeuwen pas seren, is dit verschil in schade opvallend. Hoe valt deze voorkeur van de spreeuwen te verklaren? Mogelijk is de opbouw van het landschap hier op van invloed. Een vraag die vooral voor fruitkwekers van belang is: als er nu spreeuwen zitten, hoe krijg je ze dan weg? Wat zijn de beste verjagingsmethoden? Om wat meer gegevens te krijgen zijn er dit voorjaar naar een aantal fruittelers op Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee enquête-formu- lieren verstuurd met vragen over de door spreeuwen aangerichte schade (fig- 1),

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1984 | | pagina 10