Tijdens het winterseizoen werd ook Goeree-Overflakkee weer onderzocht op wintervogels. De gegevens gaan naar S.B.B. Zuid-Holland en de Provin ciale Waterstaat Zuid-Holland. De gegevens zijn ook voor het Rijksinsti tuut van Natuurbeheer. Op zes zaterdagen in oktober, november en decem ber 1983 en januari, februari en maart 1984 trokken gemiddeld 20 vogel tellers van de Vogelwerkgroep G.O. de polder in om hun deel van de rond 79 telgebieden te inventariseren. Het winterseizoen werd gekenmerkt door zacht weer. Er kwamen weinig vorstdagen voor en de sneeuwval was gering. Aangezien de nadruk bij de telling toch op ganzen en stootvogels ligt, volgt van deze soorten een verslag. RIETGANS Deze winter bracht ons niet zoveel Rietganzen. Waarschijnlijk zijn ze onder invloed van het zachte weer wat noordelijker gebleven. Alleen in januari werden op verschillende plaatsen Rietganzen geteld. De grootste groep (472 ex.) werd in de Galatheepolder nabij Ooltgensplaat waargeno men. KOLGANS Deze gans concentreerde zich in en bij de Koude Hoek en de Oude Oostdijk. Deze polders liggen in de buurt van Ouddorp en Goedereede. Regelmatig verplaatsten zich daar 900 tot 1100 ex. Op de rest van het eiland kwam bijna geen Kolgans voor, ook niet op plaatsen op Oostflakkee waar in vroegere winters soms 2500 ex. geteld werden. Nu was de topmaand februari met 1632 ex. Er komen ook wel eens meldingen van buiten de speciale dagen. Zo waren er op 28 februari in de Koude Hoek 2000 Kolganzen. 89

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1984 | | pagina 15