97
lijke functie als het GrevelingenmeerIn de onderstaande tabel geven
Renssen en Teixeira (1980) een opsomming van getelde aantallen in deze
gebieden
Aantal Knobbelzwanen op de belangrijkste ruiplaatsen in Nederland
gebied 1971 1972 1973 1975 1977 1978
IJsselmeer
Ketelmeer
Veerse meer
Grevelingen
Haringvliet
juli
juli
juli
sept
juli
sept
juli
juli sept.
2269
2299
2837
-
4448
-
++1)
++1)
72
90
+1)
-
154
-
1)
+1)
114
140
-
135 2)
-
150 2) +1)
+1) 136 3:
0
135
3105)
239 2)
-
772 2)1267 3)
2217 3) -
+1)
189
-
233 2)
-
333 2) 335 4)
450 4) -
1) ten minste honderd aanwezig
1) duizenden aanwezig
2) gegevens Deltadienst Rijkswater
staat
hoofdafd. Milieu en Inrichting
3) Staatsbosbeheer Zeeland
4) G.L. Ouwenee1
5) A. van Haperen
De overige cijfers werden ver
kregen door tellingen welke
onder auspiciën van het R.I.N.
plaatsvonden
Uit de door hen verzamelde gegevens blijkt dat, naast de toename op de
Grevelingen, ook op de overige ruiplaatsen de aantallen toenamen. Toch
komt uit deze cijfers een enigszins merkwaardige groei van het aantal
ruiers naar voren. Dat loopt namelijk op van ca. 2500 exemplaren in 1971
tot ca. 6000 in 1978, een wel zeer snelle toename. De grootte van het
broedbestand in Nederland wordt door Timmerman in 1969 in een voorlopig
rapport geschat op liggend tussen de 1300 en 2500 paar, terwijl Teixeira
voor 1977 (einde atlasproject) tot "ongeveer 2500 paar" komt. Dit is
wellicht een te lage schatting want op grond van dezelfde gegevens (van
het atlasproject) noemen Renssen en Teixeira (1980) voor de provincie
Zuid-Holland 700-800 broedparen, waar de Vogelwerkgroep Avifauna West-
Nederland (1981) tot 950-1100 paar komt.
Een verschil tussen het grootste ruigebied het IJsselmeer en de Greve
lingen, is dat het laatste ruigebied bijna het hele jaar door vrij gro
te aantallen Knobbelzwanen herbergt, dus ook een belangrijk voedselge-
bied is, terwijl dat op het IJsselmeer niet het geval is. Buiten de
niet broedende ruiers in de zomermaanden worden er op het IJsselmeer
geen grote concentraties Knobbelzwanen waargenomen.
Broedvogels
Ondanks de gunstige voedselsituatie duurde het tot 1976 voor de Knobbel
zwaan op de Grevelingen tot broeden kwam Sindsdien vindt een langzame
toename plaats (Tabel 2)