en Ivoorkust. Uit het Engelstalige Sierra Leone echter, komt na '75 nog slechts 1 melding binnen tegen 6 daarvoor. Behalve in Afrika worden de Sterns ook in Europa bedreigd. Het gaat hierbij niet om een doelge richt afschot of vangen, maar meer om de jacht waarbij alles wat vliegt geschoten wordt en dan zit er ook wel eens een Grote stern tussen. Dit soort meldingen komt uit Denemarken, Frankrijk, Spanje en Portugal. De overige vogels worden meestal dood gevonden als slachtoffer van ex treme weersomstandigheden, ziekte en ouderdom. Duidelijke gevallen van vergiftiging -behalve een enkel botulismus-slachtoffer- doen zich de laatste jaren gelukkig niet meer voor. Hoewel in de literatuur wordt vermeld dat Grote sterns wel 25 jaar oud kunnen worden, is -tot nu toe- de oudste teruggemelde vogel van de Hompelvoet niet ouder dan negen jaar geworden Besluit Zo'n aaneengesloten periode van ringwerk levert heel wat gegevens op die het mogelijk maken zich een beeld te vormen van de trekroute en verblijfplaatsen van de Grote sterns die op de Hompelvoet zijn opgegroeic Het terugmeldingspatroon vertoont echter één opvallend verschil met dat van Muller in 1959 (fig. 3), nl. het nagenoeg ontbreken van terugmeldin gen ten zuiden van de evenaar. Bij de 910 terugmeldingen die in 1983 in het bezit waren van het Vogeltrekstation, bevonden er zich ''talloze" uit Angola, waarvan er slechts één van de Hompelvoet afkomstig was (over de periode '70-'83). Mogelijk ligt het overwinteringsgebied van de Hompelvoetsterns noordelijker dan dat van andere kolonies binnen de noor< west-Europese populatie öf het overwinteringsgebied is de laatste decen nia een stuk naar het noorden opgeschoven. Uitsplitsing van de gegevens van het Vogeltrekstation zou hierover meer duidelijkheid kunnen ver schaffen Dankwoord John Beijersbergen en Gerard Slob (die in 1982 het ringwerk deed) wil ik hierbij van harte bedanken voor het beschikbaar stellen van hun ring- gegevenswaar dit artikel op gebaseerd is. c$6wjmlp Geraadpleegde literatuur Beijersbergen, J./ Bergh, A. v.d., 1980. De Grevelingen, Kerckebosch, Zeist Drijver, J. 1963. Vogeltrek en Trekvogels. L.J. Veen, Amsterdam. "Marolle" (schuilnaam), 1984. Optreden Dougalls stern, artikel in de P.Z.C., Vlissingen. Muller, H., 1959. Die Zugverhaltnisse der europaïschen Brandseeschwal- ben nach BeringungsergebnissenDie Vogelwarte 20, 91-115. R.I.N., 1983. Natuurbeheer in Nederland - Dieren, Pudoc, Wageningen. Tinbergen, L., 1967. Vogels onderweg. 3e drThiemeZutphen Vogeltrekstation, 1983 - Grote sterns - terugmeldingen, enige gegevens - persoonlijke brief. 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1985 | | pagina 23