55
digheid echter, drukte haar stempel op de gehele avifauna van Hollands
Diep en Haringvliet. Dit was de situatie op de Ventjagersplaten. De slik
ken ten zuiden van de dam Hellegatsplein-Overflakkee vormen het eind
punt van het zoute tracé Oosterschelde-Zijpe-Krammer-VolkerakHier ble
ven Zilverplevieren, Rosse grutto's, Scholeksters, Wulpen en Bonte
strandlopers komen, kortom de soorten die veelal of uitsluitend gebonden
zijn aan zoute getijdenslikkenBij hoogwater wijken ze uit naar de on
diepten van de noordelijke, in het Haringvliet gelegen Ventjagersplaten,
waar ze zich voegen bij de enorme aantallen vogels, die de noordelijke
Ventjagersplaten maken tot een watervogelgebied van internationale be
tekenis, waar de aantallen watervogels en steltlopers tot tienduizenden
stuks kunnen oplopen (tabel 2)
Natuurlijk, indien over enkele jaren als gevolg van de komst van de
Philipsdam, Krammer en Volkerak zullen verzoeten, zullen de thans nog
ibel 2. In de periode 1971-1975 op de Ventjagersplaten waargenomen ma
ximum aantallen van een aantal vogelsoortens met ter vergelijking de in
~.971 door het Inter)iational 'Waterfowl Research Bureau vastgestelde maat
staven.
Boort
IWRB-
maatstaf
Ventjagers
plaat
Datum van
maximum
Wilde eend
10.000
20.000
11-9-1971
Wintertaling
2.500
12.000
sept. '73
Brakeend
100
1.600
sept. '72
Smient
5.000
1.250
11-11-1972
Pijlstaart
700
300
16- 2-1975
Slobeend
600
3.500
18- 8-1971
Tafe leend
2.250
4.500-6.000
19-10-1974
Bergeend
1.000
4.000
2- 6-1974
Grauwe gans
1.700
ca. 6.000)
als slaap-
-olgans
2.000
ca.12. 000) plaats in
Rietgans
1.000
ca. 3.000)
het winter
Brandgans
800
ca. 5.500)
halfjaar
Knobbel zwaan
1.200
150
27- 8-1974
Scho lekster
4.700
400
14- 7-1974
Bontbekplevier
780
750
18- 8-1971
Strandplevier
200
26- 6-1971
ilverplevier
740
400
12- 5-1973
Wulp
2.200
1.100
15- 1-1972
Rosse grutto
1.000
650
18- 8-1971
Sure luur
1.300
550
13- 7-1974
Kleine strandloper
240
30
25- 8-1973
Bonte strandloper
15.000
6.000
1-12-1974
Kemphaan
1.000
3.000
11- 9-1971
Kluut
360
2.500
23- 7-1974