1 Het is verheugend dat een gezaghebbend man als C. Sipkes de loftrompet steekt over ons mooie eiland. En terecht. Het is goed de winst eens op een rijtje te zetten. Je raakt er zo gemakkelijk aan gewend en het lijkt zo vanzelfsprekend. Je ziet ergens planten, die daar nog niet eerder ge vonden zijn en die zich nog gestaag uitbreiden ook. Dat zijn winstpun ten, vaak winst door een beter en zorgvuldiger beheer, soms ook spontaan, doordat de omstandigheden juist iets gunstiger zijn geworden. Ik geef toe dat door sommigen onder ons de nadruk op de verliezen sterker wordt gelegd dan op de spaarzame winsten. Maar toch, als ik een vergelijking maak met 50 jaar geleden, zie ik naast de winst ook het vele dat verloren ging. Hoe moet je zo iets nu meten of wegen? De Zoute Haard was toen ook al één van onze geliefde excursiege- bieden, ook zonder de grote aantallen Harlekijn- en Rietorchissen, die je er thans vindt. Maar die moet je dan weer wel afzetten tegen de ver rukking die bij ons teweeg gebracht werd door de veel bescheidener aan tallen die we in de Brouwse Wildernis vonden. Het juweeltje, gelegen aan de zeedijk tussen Brouwershaven en Bommenede, dat Nico Beye beschreef in "De Levende Natuur" van november 1936. Zeven soorten noemt hij: Bijenorchis, Keverorchis, MuggenorchisWespen orchis, Gevlekte orchis, Harlekijnorchis en Handekenskruidnaast Adder tong, Rondbladig wintergroen en nog veel meer fraais. Nu verdwenen, maar ook toen al bedreigd. Ook in de Koudekerkse Inlaag vonden we toen orchideeën. Ze zijn er nog in de buurt; Smallegange koestert ze. Alle lof voor zijn grote toewijding voor deze planten. Hij laat hiermee zien dat wanneer je zorgvuldig met de natuur omgaat je veel van haar rijkdom weer terug kunt krijgen. Evenals de zorg van het S.B.B. niet alleen in de Haard, maar ook in de Schelphoek, bij Ouwerkerk en in het Dijkwater veel heeft kunnen bereiken. De duinvalleien Het beeld dat Sipkes van de Verklikkerduinen heeft overgehouden is po ver tegenover mijn herinneringen. Ik kan me nog steeds nauwelijks mooie re plasjes voorstellen dan de uitgestoven valleien met alles er omheen: Parnassia, Pirola, DuizendguldenkruidMoerasspirea en noem maar op. Een hele middag kon je er de deelnemers aan een excursie in verrukking houden. En dan die grootse stuifduinen, met stuifketels tot op de oude ploegsporen. Geweldig hoge hopen kaal zand, dat is waar, maar zo machtig mooi De inlagen Enige jaren geleden voer ik langs de kolonie Grote Sterns op de Hompel voet en daar hoorde ik weer de vertrouwde muziek uit mijn jeugd als we

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1985 | | pagina 5