56 zoute getijdenslikken van de zuidelijke Ventjagersplaten verdwijnen en daarmee ook weer vogelsoorten. Maar ongetwijfeld blijven die Ventjagers platen van eminent belang één van de parels aan de Haringvlietkroon waarbij natuurbescherming steeds attent zal moeten zijn dat watersport het gebied niet kraakt. Tja, de jaren na 2 november 1970. De CRM-functionarissen togen vanuit s-Gravenhage op pad om te pogen met de grondeigenaars van de grasgorzen "on speaking terms" te komen over een vorm van beheerMaar de bewuste aanwijzingsbrief van 2 november 1970 had in de meeste gevallen geen sfeer gekweekt waarin constructief gepraat kon worden. En verder ge beurde er in feite weinig van natuurbeschermingszijde, althans zaken die effect ressorteerden. Wat wel met succes het nu getemde Haringvliet an nexeerde was de watersport. Jachthavens werden driftig vergroot en nieuw aangelegd, zowel legaal als illegaal, waarbij de laatste zich met succes konden handhaven, zoals we langs het Vuile Gat, in de gemeente Gouds waard kunnen waarnemen. Het heeft weinig zin om na te kaarten over de periode 1970-1978 en wat daarin allemaal gebeurde en niet gebeurde. Achteraf gezien mogen we gelukkig zijn met de invasie van draglines en grondverzetmachinesdie de eigenaars van de Korendijkse Slikken in maart 1977 op dit terrein lieten uitvoeren. Met een vriend en vijand verrassende snelheid kwam CRM uit haar lethargie en binnen 24 uur lagen de aanwijzingen Natuurbe schermingswet voor de Korendijkse Slikken en de Blanke Slikken op de bureaus. En sindsdien gingen er zaken lopen, althans enkele. Het Haring vliet 1984 heeft echter nog genoeg zaken die nog moeten gaan lopen. Mag De Gi^endwe-ipotdev op Tiengemeten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1985 | | pagina 60