onjuistheden
a) Een van de eigenaren/beheerders heeft een bedrijf met 200 i.p.v.
100 stuks vee die echter ook op binnendijks terrein worden geweid.
b) Begin 1983 werd niet het gehele natuurmonument gedraineerd doch
slechts een deel (van één van de eigenaars/gebruikers)
c) Niet alleen m.b.t. de drainage is verbaliserend opgetreden, doch
ook m.b.t. het betonpad.
d) Uw inlichtingen liepen dood. De situatie is nu zo dat de drains
op last van de Minister (krachtens artikel 29 van de wet) en op
kosten van de eigenaar zijn verwijderd. Bovendien is de zaak voor
de rechter gekomen. Overigens is de zaak nog veel gecompliceerder
omdat ook een AROB bezwaar is ingediend, gevolgd door een schor-
singsverzoek (dat deels wél en deels niet is gehonoreerd)
Voorts loopt er ook nog een art. 12 vergunning aanvraag (op basis
van de uitspraak van de AROB rechter)die afgewezen is en waar
tegen weer beroep is aangetekend. Het voert mij te ver dit alles
exact uit de doeken te doen en het lijkt me ook niet juist.
e) Uw vereniging heeft geen "opdracht" gekregen om te inventariseren
doch is verzocht (vanaf de dijk) te inventariseren zodat een verge
lijking met de eigen SBB tellingen mogelijk zou zijn en om bij twij:-
fel de door uw vereniging verzamelde gegevens te kunnen gebruiken.
De suggestie in het naschrift acht ik niet zo gelukkig. Mijns inziens
zijn de betrokkenen inmiddels voldoende gestraft en behoren een nieuwe
kans te krijgen.
Nieuwe publicaties met ontboezemingen gaan volgens mij voorbij aan ie
ders recht om na een veroordeling met een schone lei te mogen beginnen.
Wel lijkt het me een goede zaak als ons nieuwe Districtshoofd Adri Bak
ker, die per 1 november a.s. aan de slag gaat een artikeltje voorbereid
over ons werk aan beheersplannen voor de Natuurmonumenten.
Tevens wil ik u in dat verband verwijzen naar het verslag van de Haring-
vlietstudiedag van oktober 1984 (dat bij Natuurmonumenten te verkrijgen
is) met een bijdrage mijnerzijds.
Naschrift
Bij de laatste opmerking in de brief van de Consulent NMF hebben we als
redaktie wat vreemd zitten kijken.
Het was en is uiteraard niet onze bedoeling overtreders nog eens in het
zonnetje te zetten. We willen gewoon wat meer weten over hoe het er mee
staat in relatie tot het functioneren van de Natuurbeschermingswet. Dat
die ervaringen niet overal even positief zijn, was ons al duidelijk.
Maar het Consulentschap moet zich realiseren dat de mensen in het veld
hun ogen niet in hun zak hebben en zich als natuurbeschermers sterk be-,
trokken voelen als het met het beheer van een natuurgebied -voor iederet
zichtbaar- duidelijk mis zit. Wat is dan logischer dan aan de bel te
trekken bij die overheid die aan de wetgeving op dit gebied uitvoering
moe t geven