EE "Zeg Koweet je hoeveel Houtsnippen er in de boswachterij afgelopen winter zijn geschoten?" "Nou Piet, ik zou het niet precies weten, maar ik neem aan niet veel. Hier of daar één per ongeluk misschien?" "Nou, ik zal het je precies vertellen: 118 stuks!" "Ai!, 118 ongelukjes is wat veel. Hoe is dat nu mogelijk?" Dat laatste vroeg de redaktie van Sterna zich ook af en door navraag bij het Consulentschap Natuur, Milieu en Faunabeheer in Goes vernamen wij, dat de jagers hebben "geprofiteerd" van de twee zware koude-inval- len deze winter. Hierdoor ontstonden twee grote rushes van Houtsnippen uit het noorden die met name op Schouwen in de boswachterij - in het na tuurmonument, jawel! - een veilige overwinteringsplaats dachten te vinden. Helaas, ze bleken een gemakkelijke buit voor de schietgrage jagers. Wie in een natuurgebied jaagt, zou beter moeten weten. Erg geloofwaar dig als beheerders van de fauna maakt de jagersgroep zich in ieder ge val niet, dan zouden woord en daad beter met elkaar moeten overeenstemmen. Zowel met natuurbehoud als faunabeheer heeft deze jagerij niets te maken. De beheerder heeft ook boter op zijn hoofd. Het is niet goed denkbaar dat deze in een natuurmonument plezierjacht op de Houtsnip toestaat. Ondertussen heeft ook de Landelijke Natuurbeschermingsraad zijn verwon dering over deze zaak uitgesproken. Naar wij vernamen vanuit Goes zal met de definitieve Aanwijzing van de Staatsterreinen tot Staatsnatuur- monument o.a. de jacht op de Houtsnip uit het wildbeheersplan worden ge schrapt. Dat die definitieve Aanwijzing voor de Houtsnip dus maar snel mag komen

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1986 | | pagina 41