De Koekoek was dit jaar niet een echte lentebode. Op 26 maart 's morgens klonk zijn roep heel bescheiden voor de eerste keer. Op 28 maart 's mid dags zagen we hem langs het struikgewas vliegen. Als een Sperwer en je moest goed kijken om de duidelijke scherpere vleugelspits te onderschei den Het gehele voorjaar worden we nadrukkelijk met zijn aanwezigheid gecon fronteerd. Eerst door het aanhoudend, toch wel welluidend, geroep en later door een dikke jonge Koekoek, die zich zittend op het grasveld door een paartje af en aan vliegende graspiepers laat bedienen. Hij veroorzaakt niet alleen onrust bij de zangvogels, waarvan de Kwik staart, de Mezen en de Lijster hun vertrouwde plekje al weer opgezocht hebben. Ook een aan de achterzijde van het huis slapende zoon raakt in staat van razernij bij de eerste tonen van zijn "voorjaarsbuurman", die vanaf vier uur in de morgen vanuit een zeer nabije boom van zijn aanwe zigheid luidruchtig blijk geeft. Enkele jaren geleden hadden we twee Koekoeken in het gebied, die elkaar iedere morgen de ruimte betwistten en om zeven uur in zodanige staat van opwinding verkeerden, dat ze zich in hun "koekoek" verslikten en nog slechts een stroom van "gekoek en gehik" wisten voort te brengen. Toen een paar Eksters zich kwam vestigen veranderde de situatie. Ze bleken elkaar zeer slecht te verdragen en dagelijks vonden heuse gevech ten plaats tussen de Koekoek en Ekster. Als gevolg hiervan bleef slechts één Koekoek over die zich aanmerkelijk rustiger gedroeg. We zagen de Eksters met gemengde gevoelens komen, maar hebben na twee jaar niet de indruk dat de zangvogelstand ernstig benadeeld wordt. Het enige wat met zekerheid geconstateerd is, is dat de Houtduiven geen jongen groot ge bracht hebben door verstoring van de Ekstprs, We hebben vorig jaar ook de jonge Putters en Groenlingen gemist. Maar of de Eksters hier de schuld van zijn? We hebben zelf ook de zeer welig groeiende distels voor een groot gedeel te doen verdwijnen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1986 | | pagina 45