AKW VERSLAG PLANOLOGIE EN BEROEPSCHRIFTEN; TWEEDE KWARTAAL 1986 De Val De teerling is, zo gezegd, geworpen. In de vorige Sterna is melding gemaakt van de zitting van de Raad van State, waarin wij ons bezwaarschrift konden toelichten, omtrent het tot jachthaven omvormen van het natuurgebied De Val bij Ouddorp. In vurige pleidooien hebben Hans Huisman en ondergetekende getracht het tij nog te keren. Uit de toelichtende vragen van de Staatsraden bleek dat zij een wat ander beeld hadden van wat zeldzaam en waardevol ver ondersteld mag worden, dan wij. Bij de uiteindelijke beslissing is dat ook gebleken. Ons beroep is op alle onderdelen ongegrond verklaard. Wel wordt erkend dat het plangebied (De Val) een zekere natuurwaarde niet kan worden ontzegd. Dat daarbij, op grond van de ambtsberichten (advie zen van ambtenaren) moet worden aangenomen dat de bestaande natuurwaarden in De Val, met de herinrichting zullen verdwijnen. Dat deze waarden op zich zelf beschouwd echter niet dusdanig zijn, dat de aanleg van de jachthaven onaanvaardbaar moet worden geacht. Men heeft wel oog voor de waarde van de Preekhilpoldermaar ziet kenne lijk niet dat De Val onderdeel is van een aaneengesloten gebied met hoge natuurwaarden. Men besluit met te stellen: Het plan komt ons (de Raad van State) met deze opzet en met de geprojecteerde inrichting aanvaard baar voor. Grote teleurstelling; zeker na de inzet van velen om waarden te inven tariseren, is dit een grote teleurstelling. Bijstelling Streekplan Zuid-Holland, Zuid. Hoewel het streekplan ZHZ nog loopt tot 1990 is er tussentijds een eva luatie gemaakt met een bijstelling tot 1990. Tevens hebben Gedeputeerde Staten van Zuid Holland een interimbeleidsnota opgesteld, vooruitlopend op een nieuw op te stellen streekplan tot het jaar 2000. Dit geheel van nota's kon door geïnteresseerden van commentaar voorzien worden, hetgeen wij ook gedaan hebben. In zijn algemeenheid komt de bijstellingsnota, voor wat betreft de natuur positief over. Maar als we op onderdelen beoordelen, dan blijken er nogal wat "ontsnappingsmogelijkheden" verwerkt te zijn, b.v. voor het medege bruik van natuurwaarden. Opvallend is, zowel in de evaluatienota, de bij stellingsnota als in de interimnota dat het schurvelingengebied een hoge beschermingswaarde wordt toegekend. Onze ervaring is echter, dat het op papier beledene in de praktijk nog al te vaak niet wordt uitgevoerd. Daarnaast blijkt dat bij de uitwerking in bestemmingsplannen met name de kleine natuurelementen (b.v. wielen, overhoekjes) niet of slechts bij uitzondering bescherming krijgen. En op Goeree-Overflakkeemet name op

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1986 | | pagina 55