[Hl Naar aanleiding van de aktiviteiten van de Marine tot de uitbreiding van het zendpark in de Westduinen op Goeree zijn Tweede-Kamervragen gesteld. In het redaktionele stukje in de vorige Sterna is hiervan melding gemaakt. Hierbij drukken wij de vragen en de hierop door de Minister gegeven antwoorden af. De antwoorden spreken voor zieh nieuwe aantastingen worden niet uitgesloten. 7 mei 1986 Vragen van de leden Lankhorst en Dijkman (beiden DPR) aan de Minister van Defensie 1) Is het u bekend, dat de Koninklijke Marine zendapparatuur met een hoogte van veertig meter opricht in het natuurgebied "De Westduinen" in Goedereede, waarvoor een aanzienlijke oppervlakte duingrasland wordt vergraven en uit beweiding wordt genomen? 2) Is het u bekend, dat deze beweiding noodzakelijk is voor het voort bestaan van de kenmerkende vegetatie in dit gebied? 3) Is het u bekend, dat dit natuurgebied is aangekocht door de Stichting "Het Zuidhollands Landschap" met subsidie van de Minister van Land bouw en Visserij met het doel de landschappelijke en natuurwetenschap pelijke waarden veilig te stellen? 4) Is het u bekend, dat in het natuurgebied duingraslandvegetaties worde» aangetroffen, die tot de meest bijzondere en zeldzame van Nederland 5) Deelt u de mening, dat de kwaliteiten van het natuurgebied "De West duinen" in belangrijke mate hebben bijgedragen tot de aanwijzing van de Kop van Goeree als Grote Natuurlijke Eenheid (GEN) in de Nota Lan delijke Gebieden? 6) Acht u het belang van de zendmasten opwegen tegen het verlies aan landschapsschoon en natuurwaarden, alsmede de aantasting van deze Grote Natuurlijke Eenheid? 7) Bent u bereid alternatieven te ontwikkelen voor de lokatie, omvang en afmetingen van de zendapparatuur? behoren?

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1986 | | pagina 66