$4eï Op da tm Dat de Slikken tot een van de betere vogelterreinen behoren, behoeft geen betoog. Nadat de oevers van Goeree niet meer onderhevig waren aan de getijden door het gereedkomen van de Brouwers- en Grevelingendam, ontstond een landschap, dat in sommige opzichten herinnert aan het ver loren gegane natuurreservaat "De Beer". Begroeide en onbegroeide ge deelten, naar de vroegere zeedijk toe met opschietend struikgewas, vooral vlier en wilg. De verruiging neemt jaarlijks toe en met die ver ruiging komen en gaan broedvogels. Om een indruk te krijgen van de vogelrijkdom, bezocht een groepje voge laars het terrein op 17 mei 1986. Omdat het gehele terrein te groot is voor een excursie van een dag, werd gekozen voor het westelijk gedeelte, het meest begroeide. In westelijke richting lopend over de eerder genoemde zeedijk kregen wij een goede indruk van de zich in het terrein bevindende vogels. Aller eerst werd onze aandacht getrokken door een Rode Wouw, in oostelijke richting wegtrekkend. Duidelijk was de ondiepe gevorkte staart te zien en, omdat de vogel regelmatig cirkelde en zich daardoor van de 'goede' kant liet zien, waren de rood-bruine bovendelen uitstekend waarneembaar. Nauwelijks bekomen van deze waarneming (voor de schrijver overigens de eerste keer in het Westen van Nederland) of de zang van Tuinfluiter, SprinkhaanrietzangerBosrietzanger, Grasmus en Fitis zorgde voor een uitgebreide discussie. Al deze geluiden, gevoegd bij het zonovergoten landschap, de ruimte en het roepen van weidevogels in de verte, vervulde ons met een diep gevoel van dankbaarheid. Dat dit nog bestaat in ons overbevolkte Westen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1986 | | pagina 68