\jT\ de vestiging van Grote Sterns was dit het geval, we moeten tot 1978 teruggaan om op 5 mei een lager aantal nesten te vinden (zie tabel 2) Tabel 2. Aantal getelde legsels van de Grote Stern op de Hompelvoet. jaar 1970 '71 '72 '73 '74 '75 '76 '77 '78 '79 '80 5 mei 2 8 225 80 1200 1000 300 500 450 950 1500 totaal 415 1500 2100 2350 2100 2100 1200 2150 2700 3400 jaar 1981 '82 '83 '84 '85 '86 5 mei 2600 2660 1545 2050 n.g. 595 totaal 3920 4100 4100 3500 4000 4700 Het broedseizoen verliep verder normaal, totdat bij de telling van 28 juni een abnormaal groot aantal verdroogde lijkjes van kleine jongen werd opgemerkt. Hoewel ze er toen al gelegen moeten hebben is dat bij de ringaktie op 20 juni, waarbij er door John Beyersbergen 200 jongen van een ring werden voorzien, onopgemerkt gebleven. Met een grove schatting werd het aantal dode jongen op circa 1000 exemplaren gesteld. De sterfte werd gedateerd op de eerste week van juni, wat een periode van erg slecht weer was. Hoewel in die tijd ook veel legsels van an dere vogels verdwenen zijn is zoiets voor de Grote Stern uitzonder lijk. Elders (op Griend) werd geen bijzondere sterfte geconstateerd. Verstoring tijdens slecht weer, voedselschaarste of zoals in het ver leden: aanwezigheid van gifstoffen in de aangevoerde vis, zijn moge lijke oorzaken voor deze bijzondere sterfte. In elk geval zal er een aantal lijkjes voor onderzoek opgestuurd moeten worden als zoiets in de toekomst weer voorkomt. Overigens gaat het goed met de Grote Stern populatie in Nederland. Voor het eerst werd sinds de dramatische neer gang in de vijftiger en zestiger jaren vanwege de in het milieu aan wezige gifstoffen, de grens van 10.000 broedparen ruim overschreden. Grevelingen (Markenje) - 4700 paar Waddenzee (Griend) - 6950 (Schorren - Texel) - 500 Dit jaar kwamen in totaal 12.150 paar Grote Sterns tot broeden. Hiermee is het bestand terug op het nivo van 1961. Of er ooit weer evenveel sterns zullen zijn als in 1954 toen er 40.000 paar broedvogels waren, valt echter te betwijfelen. In elk geval gaat het nu de goede kant op en zullen we er alert op moeten zijn dat er geen herhaling van dergelijke milieu-vergiftingen meer plaats vinden. 3.2. Visdief.,m Hoewel het broedsukses op de Hompelvoet bij de Visdief al jarenlang vrijwel nihil is, blijven ze het toch steeds maar weer proberen. Van wege de voortgaande successie verdwijnen er geleidelijk een aantal

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1986 | | pagina 78