broedplaatsen die door een te hoge begroeiing ongeschikt worden. Alleen
de Tweede Sternbank die jaarlijks gemaaid wordt, blijft voor de toekomst
een geschikt broedgebied. Toch is ook daar, zoals reeds gezegd, geen
sprake van enig broedsukses. Predatie van eieren en kuikens door Kok
meeuw, Stormmeeuw, Zilvermeeuw, Kleine Mantelmeeuw, Torenvalk, Bruine
Kiekendief, Hermelijn en misschien ook nog Bruine Rat zijn hier even-
zovele oorzaken van. Daarnaast spelen slechte weersomstandigheden soms
ook een rol in het verdwijnen van tal van broedparen. Zo liepen na de
eerste week van juni (koud, regen, wind) bij alle vestigingen de aan
tallen sterk terug.
Verspreiding: Eerste Sternbank - 20 paar
Tweede Sternbank - 95
Noord - 15
verspreid- 5
Totaal 135 paar
3.3. Dwergstern.e Q
Tot onze verrassing kwam het op de Tweede Sternbank op een spaarzaam be
groeid stukje terrein tot een vestiging van Dwergsterns. Een paar dagen
voor Pinksteren (18 mei) werden daar de eerste baltsende paren waarge
nomen. Een aantal dat tijdens en na de Pinksterdagen verder opliep.
De indruk was dat deze vogels afkomstig waren van de Kabbelaarsbank
(waar eerder zo'n twintig paar Dwergsterns zijn waargenomen) door de
toeristendrukte verjaagd en nu op de Hompelvoet een plekje zochten.
Op 30 mei werden tijdens een vluchtig bezoek 6 legsels gevonden (5x3,
lxl)later konden met de telescoop 10 broedende exemplaren worden
vastgesteld. Kort daarop kwamen de slechtweer dagen van begin juni. Op
6 juni alarmeerde er nog, slechts één paar en dat was de volgende dag
ook verdwenen. Hierna zijn alleen incidenteel nog Dwergsterns waarge
nomen. De oorzaak van het verdwijnen behoeft niet uitsluitend in het
slechte weer worden gezocht maar er kan ook aan predatie door bijvoor
beeld Hermelijnen worden gedacht. Latere reakties van Visdieven in de
zelfde buurt wezen op de aanwezigheid van deze grondpredatoren
3.4. Kokmeeuw.
Een koud voorjaar en de aanwezigheid van tal van roofvogels zorgden
er voor dat het broedseizoen een stuk later begon dan normaalHet
duurde tot 25 april voordat de Kokmeeuwen de gehele dag in de kolonie
aanwezig waren. In de dagen daaraan voorafgaand waren ze telkens bij
'panics' (massaal opvliegen) voor roofvogels, met name Slechtvalk en
p Sperwer, niet meer of slechts vele uren later naar de broedplaats
teruggekeerd. De groei van de vegetatie, voornamelijk Grote Brandnetel,
kwam eerst na 21 april enigszins op gang - voor die tijd was er nauwe
lijks dekking. Zodoende werden de eerste eieren pas op 26/27 april ge
legd, wat ruim 10 dagen later is dan gewoonlijk.
Op Markenje waar het een stuk rustiger was werden de eerste eieren bij-
I 75 I