HD
de noordkant langs het Slik. Na half april waren deze groepen, die
hoofdzakelijk uit juveniele exemplaren bestonden, weer verdwenen. Hier
na werden nog af en toe (Hoogwatervluchtplaats) HVP-groepen gezien op
Zilverhompels Eerste Sternbank en Oost - max. 3.000 ex. Meestal was
dat het geval bij slecht weer of weekends, vanwege verstoring bij an
dere zitplaatsen en bovendien geen vuilstortOpvallend was dat de
HVP die anders vanaf half juli op het Slik gezien wordt er dit jaar
niet was. In verband met toenemende predatie op Kokmeeuwen, sterns,
weidevogels enz., vanwege een groeiend aantal specialisten, werd vorig
jaar besloten om alle Zilvermeeuwlegsels te rapen, teneinde hiermee
de verdere uitbreiding van de populatie op de Hompelvoet tegen te gaan
en zo mogelijk een forse afname te bewerkstelligen. We waren erg be
nieuwd wat de invloed van dat rapen van vorig jaar zou hebben op de
populatie van dit jaar. In feite nog een lichte stijging van 1000 naar
1020 maar veel minder groot dan in de voorafgaande jaren (zie broed-
vogeltabel)Intern bleken er echter flinke verschuivingen te hebben
plaats gevonden, namelijk vanuit de Stuifketel naar de randgebieden.
De belangrijkste oorzaak daarvan lijkt te liggen in de. biotoopverande
ring van dit gebied. Deels groeit het verder dicht met Duindoorn, ter
wijl anderzijds het nog open met Helm begroeide gedeelte onder invloed
van de beweiding op een kort gegraasde grasvlakte gaat lijken.
De vermindering op Oost (Tweede Sternbank) komt wellicht ook door de
korte begroeiing aldaar vanwege het maaien van dit gebied. Dit jaar
werd veel meer dan in vorige jaren in de Grevelingen gefoerageerd
Stapelvoedsel voor de meeuwen zijn hier de talloze Strandkrabben
waarvan er dit jaar heel veel waren getuige de barstensvolle fuiken
van de palingvissers. In de wijde omgeving van de Hompelvoet werd in
juni/juli door ca. 1.000 adulte Zilvermeeuwen gefoerageerd - een be
langrijk deel van de broedvogels dus. Naast Strandkrabben werd er ge-