r^i
Tureluur
De daling van het aantal broedparen van 41 naar 28 is niet goed ver
klaarbaar. Enige daling wordt veroorzaakt door sterke begrazing van
vochtig terrein in het met koeien en paarden begraasde gedeelte, waar
door de begroeiing te kort of te hoog is. Aangezien er vorig jaar alleen
al in de Ganzewei 26 paar tot broeden kwamen ligt daar het grootste ver
schil terwijl de situatie er nauwelijks veranderd is.
Bonte Strandloperm,
Tijdens een eerste bezoek aan de Tweede Sternbank op 23 mei werd daar
een baltsend paar Bonte Strandlopers waargenomen. Bij het tweede be
zoek op 8 juni vertoonde een exemplaar "verdacht" gedrag op dezelfde
plaats als het baltsend paar van 23 mei. Het "verdacht" gedrag bestond
uit het op korte afstand voor ons uitlopen, moeilijk in de lucht te krij
gen en wanneer wel, dan toch weer terug komen. Het terrein was geen ge
bruikelijke foerageergebiednormaal werden hier nooit Bonte Strandlopers
waargenomen. De vegetatie bestond uit verspreide opslag van Kruipwilg
(heel kort vanwege het maaien+afvoeren) met grote open plekken die hoofd
zakelijk met mos begroeid waren. Bij het derde bezoek op 19 juni vloog
er hier een exemplaar rond dat naar de oever verdween (ca. 40 meter van
de vermoedelijke broedplaats. Daar bleek een paartje te zitten dat nu
weer licht baltsgedrag vertoonde. Onze conclusie was een waarschijnlijk
broedgeval op grond van de bovengenoemde feiten. Het broedsel zal mis
lukt zijn (bijv. door predatie van meeuwen) en aangezien ze niet voor
een tweede keer beginnen zijn de vogels daarna vertrokken. De laatste
jaren zijn er verschillende broedgevallen van de Bonte Strandloper in
ons land bekend geworden.
Kleine Mantelmeeuw ====nzzza
Broedden de Kleine Mantelmeeuwen in het verleden verspreid tussen de
Zilvermeeuwen, we zien nu met het toenemen van de aantallen dat er enige
kolonievorming ontstaat. Op het open gebied van Zilverhompels, waar de
duindoornhorsten gemaaid zijn kwamen ruim 30 paren tot broeden.
De verdere uitbreiding en groei van het struweel had wederom een toename
van zangvogels tot gevolg. Soorten die nog niet eerder op de Hompelvoet
tot broeden kwamen waren: Houtduif, Tuinfluiter, Zwartkop en Ekster.
Tuinfluiter en Zwartkop kwamen er nu al vanwege het aangeplante loof
hout rond de veeschuur, dat de laatste jaren flink omhoog schiet. De
Houtduif heeft voor nestelgelegenheid ook behoefte aan dit soort bosjes,
maar de Eksternesten zaten allemaal in de Duindoorns. In het begin van
het seizoen zijn deze nesten nog enigszins zichtbaar, maar zitten de
struiken eenmaal in blad dan zijn ze onvindbaar.
De afgelopen strenge winter zal het bestand van de Winterkoning geen
goed gedaan hebben, maar we konden nu toch weer 1 paar als broedvogel
noteren. Opvallend is de forse toename van het aantal Fitissen, die nu