Werkeilanden Het zit de Dwergsternkolonie op het Werkeiland Neeltje Jans niet mee. De afgelopen jaren werd het broedseizoen telkenmale geteisterd door slechte weersomstandigheden. Door de lage watertempe raturen bleek bovendien niet voldoende stapel- voedsel (Spiering) aanwezig. Daarnaast zijn veel broedsels verloren gegaan door hoge vloeden en aanhoudende regen- en hagelbuien. Aanvankelijk leek dit seizoen succesvol te verlo pen. Op 30 mei 1986 werden ruim 60 Dwergstern- legsels geteld. Begin juni werd het echter zeer slecht weer. De temperatuur schommelde rond de 13 graden celsius bij een harde tot stormachtige Noordwestenwind en veel regenbuien. Een contro le van de kolonie op 6 juni leerde dat vrijwel alle legsels door een hoge vloed waren weggespoeld. De hoger gelegen Visdiefnesten waren gespaard gebleven. Daarna hebben de (gebruikelijke) her vestigingen van Visdief en Dwergstern enorm veel last ondervonden van predatie door ratten. De aanwezige ratten hebben de kolonie volledig ver stoord. Op enkele vliegvlugge jonge Visdieven na zijn alle legsels en pulli gepredeerd. In enkele ge vallen werden zelfs broedende adulte sterns 's nachts op het nest verrast en gedood. Elders op het werkeiland hadden gelukkig twintig paar Vis dieven meer succes. Het trieste verhaal van de Dwergstern wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd door een ge slaagd broedseizoen van de soort op een werkter rein op de Grevelingendam, waar 70 paar broed den. Dit terrein is echter volgend jaar al niet meer geschikt als broedplaats. Deze winter zal daarom gebruikt worden om de ratten op Neeltje Jans effektief te bestrijden, ten einde deze broedplaats weer geschikt te maken. In verhouding tot voorgaande jaren werden slechts weinig broedgevallen vastgesteld van de Strandple- vier. Het aantal Bontbekplevieren en Scholeksters bleef ongeveer op hetzelfde peil. Voor de Zilvermeeuw blijkt het werkeiland Neeltje Jans een uitstekende broedplaats. Vele honderden broedparen hebben zich gevestigd in de duintjes en op de rustige bouwputdijken. Ook de kolonie op het werkeiland Roggenplaat herbergde weer vele honderden paren. Door legale - er zijn twee raap- vergunningen afgegeven - en illegale eierraperij zijn veel Zilvermeeuw, Kleine Mantelmeeuw en Stormmeeuwlegsels verdwenen. Van de zangvogels wist de Zwarte Roodstaart nog te profiteren van de aanwezige steendepots en deze was met 6-7 territoria goed vertegenwoordigd. Ver rassend was de ontdekking van een paartje Rouw- kwikstaarten. Later werden de vogels met jongen gezien zodat van een zeker broedgeval sprake is. Door de vele aktiviteiten op het vlak van terrein- Rouwkwikstaart 9broedvogel van Neeltje Jans. Foto: Henk Harmsen. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1987 | | pagina 10