De Grutto is indicatief voor de kwaliteit van de weidevogelgebieden en de weidevogelbevolking. Dat de weidevogels de laatste jaren achteruitgaan is een vaststaand feit en is bewezen d.m.v. slaap plaatstellingen en broedvogelinventarisaties (Schwöppe, 1986). Uit onderzoek elders is geble ken dat goede beheersmaatregelen een positieve uitwerking hebben op de weidevogelstand. In heel Nederland zijn geluiden gehoord over een goed jaar voor de Grutto als broedvogel. De toekomst zal ons leren of we te maken hebben met een inci denteel geval, of dat dit te maken heeft met het verstevigen van zijn positie als broedvogel op Schouwen-Duiveland. Verder geeft de tabel voor de Prunje respectabele aantallen broedvogels weer, wat eens te meer de waarde van dit gebied kenmerkt. De inventarisatie van de Prunje is een eerste aanzet, zodat de getal- Tabel 3: Slikken, Schorren en Inlagen Gebied (fig. 3) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Knobbelzwaan 1 1 1 Bergeend 4-5 11 3 4 1 1 6-7 4 9 Krakeend 1 3 1 Wintertaling 2 2 1 1 Wilde eend 11-14 13 8 5 1 8 4-6 8 3 14 Slobeend 1-2 8 1 4 1 2 3 Kuifeend 9 8 3 3 1 Patrijs 1 0-11 Fazant 4-5 0-2 1-2 Waterhoen 1 2 2 3 1 0-2 Meerkoet 2-3 1 3 2 8 5 2 Scholekster 13-17 19 x 6 7 4 17 10 20 1 14 Kluut 12 71 7 2 13 2 3 10 25 38 Bontbekplevier 2 2 2 2 4 5-7 2 8 Strandplevier 1-2 1 10 3-4 12 Kievit 23-26 14 1 5 4 7-8 2 5 15 27 Grutto 6 1 1 1-2 1 Tureluur 15-17 34 3 6 3 2 7 8 10 23 Kokmeeuw 2 72 70 105 9 14-17 440 10 17 Stormmeeuw 4-6 Zilvermeeuw 1 Visdief 7 4 35 45 2-3 93 5 3 Noordse Stern 1 10 1 Dwergstern 4 Houtduif 1 3 Koekoek 1 0-1 2 Velduil 1 Veldleeuwerik >13 x x x x x 5 7-10 x 5-8 Boerenzwaluw 1 Graspieper 9-12 x x x x x 6-8 2 6 8 x 6-10 Gele Kwikstaart 7-8 2 1 1 2 2-3 Witte Kwikstaart 1 2 1 Heggemus 2 1 Tapuit 1 0-1 Merel 1 4 2-3 Bosrietzanger 1 4 Kleine Karekiet 3 1— 3 3-5 Grasmus 3 3 Fitis 1-2 Grauwe Vliegenvanger 1 Ekster 0-1 1 1 Kneu 3-4 3 6 Rietgors 2 2 4 6 (x) broedvogel; mogelijke broedvogel 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1987 | | pagina 12