Zomaar een ganzentelling (7 februari 1987) Kees van 't Zelfde Zaterdagmorgen 08.15 uur, de laatste controle... niets vergeten? De koffie lonkt op de achterbank van de auto, maar die moet nog even geduld heb ben. Bij mijn weten heb ik alles bij me, dan op weg van Sommelsdijk naar Nieuwe Tonge om Dick op te halen. In de lucht veel kleine groepjes ganzen. Dat kan wel eens veel telwerk betekenen. In Nieu we Tonge vliegen drie Barmsijzen op de laatste volle Elzeproppen af. Na nog enkele huishoudelij ke verplichtingen rijden we via de oude waterzui vering van Nieuwe Tonge de Klinkerlandse polder in. De auto stopt automatisch bij de eerste brede sloot. We zoeken de sloot af. Weer geen magere water„kip" („ral"). Die is het vorige jaar blijkbaar hard van ons geschrokken. Rechts van ons: zwa nen. We gaan dichterbij en ons vermoeden wordt bevestigd, 16 Kleine Zwanen. Prachtige vogels op het nu zo saaie bouwland. Toch maar verder. De „plicht" roept. Naar de haven van Battenoord. Links van de haven hebben een paar honderd Wil de Eenden en wat Smienten bezit genomen van een open stuk in de ijsvlakte. Een vijftigtal Rotganzen dobberen rond. Tussen de Wilde Eenden 6 Pijl staarten, de eerste die we dit jaar zien. De rechter kant van de haven staat vol met steltlopers. Zo'n 600 Bonte Strandlopers wenden in de lucht van links naar rechts en weer terug. Nu nog een paar lentegeluiden erbij en we zijn hier niet meer weg te slaan. Het zicht is trouwens voortreffelijk. Met de telescoop kan een groot deel van de omgeving af gezocht worden. Er drijft veel ijs, dus weinig kans op veel Rotganzen. Op naar Herkingen. We stop pen bij een boomgaard, even de Kramsvogels er- uithalen. Geen Kramsvogels, wel een Buizerd die tevergeefs een Houtduif probeert te pakken. Hij nestelt zich hoog in een boom, wachtend op een nieuwe prooi. Op een weiland allerlei witte plek ken. Ha, opnieuw zwanen! Dichterbij gekomen blijken het witte plastic zakken te zijn. Weer zo'n onverlaat die dit afval achtergelaten heeft. En wij trappen er steeds weer in, net zoals in al die witte vlaggen op het land. De haven van Herkingen ligt nog dicht, dus snel naar het begin van de Slikken van Flakkee. Een Blauwe Kiekendief vliegt sierlijk met ons mee. We klimmen met ons hele hebben en houwen de dijk op. De eerste indruk valt tegen. Het waterpeil is hoog, dus weinig steltlopers. Opvallend veel Scholeksters en Bergeenden. Toch nog acht vogel soorten. Verkleumd terug in de auto, voor de zo veelste keer deze winter, we zullen er wel nooit aan wennen, blijkbaar dus toch „mooiweertellers". Bij de eerste verbreding van de Slikken nog een keer de dijk op. Na enige verkenning: niets te zien. Vorige jaren zaten hier wel eens een paar honderd Brandjes! Maar goed de tocht is nog lang. Vaste stopplaats, Oude Dee. Dit gebied staat voor 60 onder water en is in bezit genomen door zo'n 600 Smienten. Tussen de eenden en Wulpen, één Kievit, de eerste na de vorstperiode. Op het weiland slechts 25 Waterhoentjes. Vorig jaar nog 99 stuks. Zou de rest dan toch in de soep gegaan zijn van de naast de Oude Dee wonende mensen. Bij de Breede Gooi eerst koffie- en theepauze. Opeens vliegen honderden Smienten luidruchtig de lucht in. Een Buizerd is de boosdoener, maar hij heeft andere plannen. Op een paal strijkt hij neer en bekijkt dan argwanend de omgeving. Terug naar de buitendijk. Met de auto over de dijk nabij het crossterrein. Wat een onbeschrijfelijke bende is het hier toch. Maar goed dat de vogels daar weinig last van hebben. Vanwege het over zicht besluiten we boven over de dijk te rijden. Geen ganzen, wel honderden Wilde Eenden, Smienten, Wulpen en Scholeksters. Het opval lendst voor ons zijn een jagende Buizerd en een Torenvalk. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1987 | | pagina 18