Over het voorkomen van de Patrijs op Schouwen-Duiveland
Karei Leeftink
Sinds de oproepen in Zeelieven en Sterna heb ik
een niet onaanzienlijk aantal waarnemingen van
de Patrijs kunnen verzamelen en op kaart kunnen
invullen. Op het onderstaande kaartje zijn alle mij
bekende waarnemingen van de Patrijs in de perio
de 1-1-1984 tot en met 31-12-1986 (3 jaar) aangege
ven. Al met al gaat het hierbij om ca. 150 waarne
mingen van ca. 80 verschillende plaatsen op
Schouwen-Duiveland.
Uit de gegevens blijkt, dat de Patrijs nog steeds
een wijdverspreide (broed)vogel op het eiland is,
die zowel in de grootschalige polders van Duive-
land en de Westhoek als ook in het duingebied en
aan de dijken rond de Grevelingen en de Ooster-
schelde voorkomt. Het volgens deze kaart ontbre
ken van de soort op midden-Schouwen, en rond de
kernen Noordgouwe en Dreischor hangt vermoe
delijk samen met het feit, dat daar minder „gevo
geld" wordt; waarschijnlijk komt de Patrijs ook in
die gebieden in kleine dichtheden voor.
Hoewel het voorbarig zou zijn algemene konklu-
sies te trekken, is het opvallend, dat de Patrijs van
diverse plaatsen alle jaren (1984-1987) gemeld
wordt (Prunje, Dijkwater, Bommenede); de soort
weet zich hier blijkbaar te handhaven.
Volgens de literatuur is de Patrijs voornamelijk
een vogel van cultuurgronden, met name akkers
met kruiden-, dus insektenrijke bermen, houtwal
len en overhoeken. Dat geldt ook voor Schou
wen-Duiveland: bijna 53% van alle totnogtoe ge
melde Patrijzen werd op minder intensief gebruik
te gronden (akkers, weiden) waargenomen. Aange
nomen mag worden, dat dit percentage in werke
lijkheid nog hoger ligt: landbouwgronden zijn nu
eenmaal weinig aantrekkelijke gebieden voor de
doorsnee vogelaar! Aan de andere kant zou het
ook goed mogelijk kunnen zijn, dat de Patrijs zich
meer en meer terugtrekt uit de voor de soort onge
schikt geworden gebieden en juist in de extensief
of helemaal niet door de mens gebruikte gebieden
(dijken) goede levensvoorwaarden vindt.
In de onderstaande tabel wordt aangegeven in
welk biotooptype de gemelde Patrijzen waargeno
men werden in procenten van het totale aantal.
Tabel 1: Voorkomen Patrijs in verschillende biotopen
Biotooptype
Percentage van totaal
dijken
23,9%
schorren en slikken
4
inlagen en kreken
10,8%
duinen
9,4%
bouwland
43,4%
weiden en grasland
9,4%
Het broeden van de Patrijs vindt plaats vanaf half
februari tot ver in mei, met name echter in maart
en april. In die periode worden gewoonlijk paart
jes waargenomen.
Buiten de broedtijd en vooral in de winter sluiten
Patrijzen zich aaneen tot grotere groepen (kluch
ten). Soms gaat het hierbij om familiegroepen (ou
ders en eerste-jaars vogels), soms bestaan groepen
alleen uit volwassen exemplaren. In de literatuur
worden groepen van 15-25 exemplaren als vrij nor-
32