'Mijn' Slechtvalk
De architect behoort tot de groep projectontwik
kelaars die ook elders op tal van plaatsen op ont
wortelende wijze bezig is het landschap te 'ver
fraaien'. Hier heeft hij alvast iets afgeleverd
waarvan we straks op de Kabbelaarsbank nog veel
meer kunnen verwachten. De bouwer heeft blijk
baar totaal geen gevoel voor de schaal van de
plaats waar hij zijn architectonisch wonder liet
verrijzen. Of de gemeentelijke overheid dat gevoel
wèl heeft - hoe luidde het advies van de welstands
commissie?! - is de vraag.
In schrille tegenstelling tot de verspilling in de
Preekhilpolder staat het onvermogen om het oud
ste cultuurbezit van het eiland Goeree, het 'Blauwe
huus', voor verval en verdwijning te behoeden. Het
zou de gemeente sieren als zij alles in het werk stelt
Ben van der Velden
om de in gang gezette particuliere acties voor het
behoud van het Blauwe huus, te doen slagen. Als
de eigenaren het gevoel voor de waarde van dit be
zit niet kunnen opbrengen dan moet de gemeente
als vertegenwoordiger van alle bewoners èn als
overheid die haar verantwoordelijkheid kent, hier
in een extra inspanning leveren. Als het één kan,
kan het ander ook nietwaar!
Het 'Blauwe huus' kent iedereen en de eilandelijke
bladen hebben de deerniswekkende staat van de
boerderij al met tal van foto's vastgelegd. Van het
bouwsel in de Preekhilpolder hebben wij om ande
re redenen geen foto afgedrukt. Het is te lelijk. We
hebben weinig zin om hiermee de Sterna te ontsie
ren, het is zo al erg genoeg.
Redactie
Ongeveer 45 jaar geleden kreeg ik van mijn ouders
het boekje 'Zien is Kennen'. De reden daarvoor
was dat ik mij mateloos verveelde en mijn ouders
hoopten door het geven van dat boekje wat meer
leven in mijn brouwerij te brengen. Hoewel het
succes niet direkt voor het grijpen lag, groeide
toch allengs mijn belangstelling voor vogels. Aan
gemoedigd door deze wijziging in mijn vrije tijds
besteding, kreeg ik een tweede boek over vogels.
Het werd 'Uit Neerlands Vogelleven' van Nol Bins-
bergen. Door dit boek werden de laatste remmin
gen weggenomen en onbeheerst vatte ik elke gele
genheid van mijn vrije tijd aan, naar vogels te
kijken en erover te lezen. Zo zou ik nooit het ge
deelte uit Binsbergen's boek vergeten, waarin hij
beschrijft, hoe bijna elke zondag in het najaar een
Slechtvalk in de Zaanstreek te vinden was, die de
duiven van de liefhebbers belaagde bij hun terug
keer van een wedvlucht. Dat tafereel sprak in hoge
mate tot mijn verbeelding en eens hoopte ik een
Slechtvalk in het vrije veld te ontmoeten.
Met mijn vogelvrienden struinde ik per fiets de ten
zuiden van Rotterdam gelegen vogelgebieden af
maar de lang verwachte wens een Slechtvalk te
zien ging niet in vervulling. Totdat onze tochten,
eenmaal gemotoriseerd, zich verlegden naar het
jammer genoeg verdwenen natuurreservaat De
Beer, waar wij soms een Slechtvalk vanuit de verte
te zien kregen.
Van andere bezigheden vervuld, kwam gedurende
een zeer lange periode niets meer van vogels kij
ken. Totdat ik op een dag mijn oude vriend Gerard
ontmoette. Van het een kwam het ander en er werd
een afspraak gemaakt voor een winterse excursie
naar de Flevopolder. De dag brak aan, Gerard
haalde mij vroeg van huis op en in de auto vertelde
hij mij langs zijn neus weg, dat we nog enige ande
re vogelliefhebbers zouden ontmoeten. Wat was er
gebeurd? Men had ruim een maand geleden een
tegen hoogspanningsdraden gevlogen Slechtvalk
gebracht. Om van een volledig herstel zeker te zijn,
werd de vogel naar een valkenier gebracht. En op I
deze dag zou dan de Slechtvalk worden losgelaten.
Een niet te beschrijven emotie maakte zich van mij
meester, toen de valk met de huif op de kop in het
huis, dat als verzamelpunt diende, werd binnenge
dragen. Een schitterend dier, toonbeeld van kracht
en snelhied. Voor het eerst van mijn leven stond ik,
toen de huif eenmaal was verwijderd, oog in oog
met een Slechtvalk op nog geen meter afstand.
In de wijde Flevopolder werd de valk later die dag
losgelaten en wij genoten van de volmaakte vlucht
van de herstelde vogel.
Ruim 5 jaar na deze gebeurtenis, op een late de
cemberdag van vorig jaar, moest ik weer aan dit
voorval denken. Een harde, soms tot storm aan
schietende Noordwester joeg over de Plaat van
Scheelhoek. Helder zicht zoals dat bij wind uit de
ze richting gewoon is. Flarden winterzon tussen de
voortgestuwde wolken door, die over de riet- en
grasvelden gaan en daaraan een kleur geven, zoals
dat alleen langs de kust kan voorkomen. Honder
den fluitende Smienten en aan de overkant van het
Zuiderdiep een mooi gezelschap Brandganzen. In
26