geen broeduoge]
Dichtheid en verspreiding
Het gemiddelde aantal broedparen per km2 be
draagt 3,3, wat hoger is dan de gemiddelde dicht
heid van de Huiszwaluw in ons land, zoals die
door Philippona in de tweede helft van de jaren
zestig werd berekend. Toen echter waren de
dichtheden in Zeeland veel hoger dan in de rest
van het land (9-9,7 paar per km2).
In 1986 werden de grootste dichtheden op Schou
wen-Duiveland in en rond Bruinisse vastgesteld,
de laagste in de duinstreek, waar vrijwel geen
Huiszwaluwen voorkomen. Behalve in en rond
Bruinisse, broeden relatief grote aantallen Huis
zwaluwen bij Zonnemaire en in de Westhoek.
Uit de tellingen van 1986 blijkt, dat 533 74%)
van de in totaal 718 getelde en bewoonde nesten
zich in de kernen zelf bevonden; De overige 185
nesten 26%) werden bij boerderijen en aan
schuren op het platteland aangetroffen. Mogelijk
is dit beeld wat geflatteerd - de kernen en dorpen
zijn beter onderzocht dan een gedeelte van het
platteland -, maar het is buiten kijf, dat het me
rendeel van de op het eiland voorkomende Huis
zwaluwen binnen de bebouwde kom broedt.
Daar boerderijen vaak geïsoleerd gelegen zijn en
aldus de enige broedmogelijkheid in de wijde om
trek vormen, treden hier soms concentraties op.
Kolonies
Meininger stelde in 1974 in het door hem onder
zochte gebied slechts drie kolonies vast van meer
dan twintig nesten: Elba bij Dreischor (33), aan de
Fig. 1: Aantal broedparen van de Huiszwaluw per km2.
Hoosjesweg bij Serooskerke (21) en bij Den Osse
(35). Deze drie grote kolonies zijn alle verdwenen.
In 1986 hebben wij vier „grote" kolonies kunnen
ontdekken: aan de Dorpsweg te Bruinisse (21 nes
ten), de Oosthoeve te Schuddebeurs (28), de Oo-
lesweg bij de Koudekerkse Inlagen (21) en aan een
schuur aan de Blindeweg bij Dreischor (38).
Deze kolonies zijn echter klein in vergelijking met
kolonies van enkele honderden nesten, zoals deze
tot voor kort in Zeeuws-Vlaanderen voorkwa
men.
Bij de kolonies aan de Dorpsweg te Bruinisse en
de Blindeweg bij Dreischor werd in vergelijking
met 1986 in 1987 een achteruitgang van vrijwel
100% gekonstateerd. Alleen de kolonie aan de
Oolesweg bij de Koudekerkse Inlagen kende een
bescheiden groei (1986: 21, 1987: 25 nesten). In
onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven
van de grootte van de door ons getelde „ko
lonies".
Tabel 3: Overzicht van de koloniegrootte in 1987.
20 of meer nesten 0
10-20 nesten 2
5-10 nesten 19
2- 5 nesten 86
1 nest 93
Onder kolonie wordt verstaan het aantal bewoonde nes
ten per huis, schuur, etc.
Uit deze gegevens blijkt de gemiddelde grootte
63