aanwezig te zijn. Gezien het feit, dat een ouder
paar voor het voeden van de jongen ca. 150.000
vliegende insekten (met name muggen en vliegen)
per seizoen vangt (Maréchal 1985), moet er vol
doende van dit voedsel aanwezig zijn.
Daarnaast spelen faktoren als voldoende invlieg-
mogelijkheden en open water in de nabije omge
ving (Glutz von Blotzheim 1985) een rol.
Achteruitgang
Maréchal (1985) noemt vijf faktoren, die een di-
rekte negatieve invloed uitoefenen op het voorko
men van de Huiszwaluw als broedvogel, nl.:
het bruin verven of beitsen van daklijsten of
anderszins ongeschikt maken van de daklijs
ten;
het bouwen van huizen met ongeschikte dak
lijsten;
het weghalen van nesten tijdens de broedtijd;
verstoring door katten;
verstoring door vandalisme en/of overmatige
belangstelling.
Wat de situatie op Schouwen-Duiveland betreft,
hebben wij alleen de eerste drie faktoren kunnen
vaststellen. Het overschilderen van witte overstek
ken en balken in een andere kleur komt geregeld
voor en blijkt in de meeste gevallen een „probaat"
afschrikmiddel te zijn. De meeste versieringen en
ornamenten aan daklijsten zijn waarschijnlijk niet
met opzet aangebracht om het broeden van Huis
zwaluwen te voorkomen, maar behoren eerder tot
de „stijl" van het huis. Daarnaast verhinderen an
tennes, bomen en klimop hier en daar het nestelen
van Huiszwaluwen.
In de meeste nieuwbouwwijken is nauwelijks
ruimte voor het broeden van Huiszwaluwen. Het
aantal nieuwe huizen met overstekken is gering,
bovendien zijn met name in zgn. villawijken de
meeste overstekken en balken bruin.
Het weghalen van nesten tijdens de broedtijd ge
beurt op geringe schaal, meestal een gevolg van
bouw en opknapwerkzaamheden. Het opzettelijk
vernielen, naar beneden gooien of afstoten van
nesten hebben wij niet kunnen vaststellen. Dit
beeld is mogelijk ietwat vertekend: mensen zullen
in persoonlijke gesprekken met ons niet gauw ge
neigd zijn dit te vertellen.
Wat de door Maréchal (1985) genoemde indirekte
faktoren betreft zullen alleen luchtverontreiniging,
het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de land
bouw en de steeds slechter worden situatie voor
trekvogels in Afrika voor de situatie op
Schouwen-Duiveland van wezenlijk belang zijn.
Hoewel chemische bestrijdingsmiddelen in de
landbouw nog steeds worden toegepast, gebeurt
dit op aanmerkelijk kleinere schaal dan tien, vijf
tien jaar geleden het geval was. Mogelijk, dat hier
door het aanbod aan kleine vliegende insekten de
laatste jaren weer wat toegenomen is. Jammer ge
noeg worden deze en andere in ons land verboden
bestrijdingsmiddelen op zeer grote schaal gebruikt
in de overwinteringsgebieden in Afrika. Bovendien
wordt door onoordeelkundig kappen van bossen
en wegbranden van vegetatie de woestijngordel in
Afrika steeds breder en voor de Huiszwaluw en
andere lange afstandstrekkers moeilijker te over
bruggen.
Overigens is hiernaar geen nader onderzoek ge
pleegd voor wat de situatie op Schouwen-
Duiveland betreft en mogelijk spelen nog heel an
dere faktoren een rol bij de onmiskenbare achter
uitgang van de soort op het eiland.
Dankwoord
Veel dank is verschuldigd aan allen, die reageerden
op onze oproep in de pers, aan hen die ons toe
stemming gaven de nesten aan hun huis of schuur
te tellen en aan de mensen, die informatie gaven
omtrent veranderingen in het voorkomen van de
Huiszwaluw. Wij danken Peter Meininger voor het
.ons ter beschikking stellen van zijn tellingen in
1974, en Cor Berrevoets, Anton van Berchum, ge-
rard Janse en Henk Walraven, die ons bij de tellin
gen in 1986 assisteerden.
De tellingen in 1987 zijn uitgevoerd door Cor Ber
revoets, Simon Hart, Ted Sluijter, Jan-Willem Ver
geer en Karei Leeftink.
Literatuur
GLUTZ VON BLOTZHEIM U. N. 1985. Handbuch der
Vogel Mitteleuropas, Band 10/1, Wiesbaden.
HUSTINGS M. F. H. et at. 1985. Natuurbeheer in Ne
derland, deel 3. Vogelinventarisatie, Zeist.
MARTEIJN E. et al. 1986. De Huiszwaluw als broedvo
gel in West-Zeeuwsch-Vlaanderen in 1984 en 1985. Het
Vogeljaar, jrg. 34 196-201.
MEININGER P. L. M. 1977. Verspreiding en aantallen
van de broedvogels in Zeeland. Rapport Middelburg.
VAN NOORDW1JK A. 1982. Inventarisatie Huiszwaluw
1982. Onderzoeksmededlingen 1982-5 van VWG Wal
cheren.
MARÉCHAL P. 1985. Onze Huiszwaluwen rekenen op
uw hulp. Stichting Mondiaal Alternatief. Eindhoven.
PH1L1PPONA J. 1974. De Huiszwaluw - Delichon urbi-
ca. Aantallen en verspreiding in Nederland. Levende Na
tuur 77 34-43.
TEIXEIRA R. M. 1979. Atlas van de Nederlandse
broedvogels. Deventer.
WERKGROEP AVIFAUNA NATUUR- EN VOGEL
WACHT SCHOUWEN-DUIVELAND 1986. De Vogels
van Schouwen-Duiveland. Zierikzee.
65