Ganzen en roofvogels op Goeree-Overflakkee
in de winter van 1986-1987
Vogelwerkgroep Goeree-Overflakkee
Rietganzen. Foto: Henk Harmsen.
De vogelwerkgroep van Goeree-Overflakkee heeft in het afgelopen winterseizoen weer meegewerkt aan
de ganzentellingen. Deze worden één keer per maand gehouden, van oktober tot en met maart. Dit ge
beurt tegelijkertijd in het hele land. Zodoende kan men tot een volledig overzicht van alle in Nederland
verblijvende ganzen komen. In de loop van de tijd werd het aantal vogelsoorten waar gegevens over wer
den gevraagd, uitgebreid. Vrij veel tellers noteren nu alle vogelsoorten die ze op hun tocht in hun gebied
waarnemen, maar in dit verslag wordt alleen ingegaan op de getelde aantallen van ganzen en roofvogels.
Weersomstandigheden
25 oktober 1986
De winter begon pas echt in januari. We hadden
een vorstperiode van 6 tot 22 januari. Daarna
volgden nog drie vorstperioden: nl. van 27 januari
tot 3 februari, van 16 tot 26 februari en tenslotte
kregen we nog vorst van 3 tot 15 maart.
De eerste teldag in oktober levert nooit erg hoge
aantallen ganzen op. De Grauwe Gans is altijd wel
vertegenwoordigd op de grasgorzen langs het
Zuiderdiep bij de Scheelhoek. Ook op de gorzen
bij Den Bommel zien we elk jaar al vroeg Grauwe
Ganzen.
Tabel 1: Aantallen ganzen op Goeree-Overflakkee
Soort
okt. '86
nov. '86
dec. '86
jan. '87
feb. '87
mrt. '87
Rietgans
22
3.798
5.664
1
Kleine Rietgans
1
7
Kolgans
8
5
961
2.404
2.718
679
Grauwe Gans
1.561
3.207
1.480
3.206
4.160
2.458
Brandgans
964
2.286
11.904
9.296
14.667
10.743
Rotgans
2.168
7.074
1.378
140
778
639
Witbuikrotgans
6
25
74