hshh
>- v -r
Kokmeeuwen, bijna klaar voor de bruiloft. Foto: Henk Hurmsen.
Meeuwen en sterns
Zeer veel aandacht werd in 1987 besteed aan het
tellen van de grote meeuwen in de Meeuwendui
nen. Dankzij deze telling weten we nu dat er in
1987 in dit gebied 7000-8000 paar Zilvermeeuwen
en 2000-3000 paar Kleine Mantelmeeuwen broed
den. Over deze telling en het voedsel- en kleur-
ringonderzoek naar de Zilvermeeuw in de Meeu
wenduinen zal nog een apart rapportje verschij
nen. Het aantal broedende Zilver- en Kleine Man
telmeeuwen op de voormalige werkeilanden in de
Oosterscheldemonding is de laatste jaren flink
gestegen. In 1987 werden op Neeltje Jans 1000-
1250 paar Zilvermeeuwen geteld. Vooral in het
duingebied van Damvak Geul is de soort talrijk.
Het totaal aantal Kleine Mantels op beide eilan
den bedraagt inmiddels zo'n 100 paar.
Een duidelijke vooruitgang is er voor het eerst
sinds lange tijd ook weer bij de Kokmeeuw, zij het
slechts in één gebied, de Inlaag bij Ouwerkerk.
Hier broedden in 1987 1180 paartjes. We moeten
teruggaan tot 1976 om een kolonie van meer dan
1000 paar te vinden op het eiland. De andere kolo
nies van de Kokmeeuw gaan overigens niet in aan
tal achteruit. Nog veel verder terug (naar Vijver-
bergs tijd) moeten we om de aanwezigheid van de
Zwartkopmeeuw tussen de Kokmeeuwen terug te
vinden. Dit jaar werd deze soort twee maal gesig
naleerd in de Ouwerkerkse kolonie, een broedgeval
werd (nog) niet vastgesteld.
Bij de sterns is de Visdief ten opzichte van vorig
jaar licht in aantal vooruit gegaan. Helaas kwam
van verschillende kolonies de melding dat opval
lend veel pullen doodgingen, waarschijnlijk als ge
volg van het slechte weer. Met de Dwergsterns op
het eiland Neeltje Jans ging het, alweer, niet goed.
Op het 'sternenstrandje' bij het Topshuis lijkt een
vloek te rusten, al snel na de vestiging van enige
tientallen Dwergsterns gingen de broedpogingen
weer de mist in. Gelukkig werd door 13-15 paar
nog succesvol gebroed op een andere plaats op het
eiland.
Duiven-spechten
Uit deze groep valt weinig spectaculair nieuws te
melden. Wel is het opvallend dat van de achteruit
gang van de Koekoek in grote delen van West-
Europa op Schcuwen-Duiveland vooralsnog niets
te merken valt. Misschien een kwestie van een vol
doende groot voedselaanbod?
Van de Steenuil werd, na een volledig ontbreken
op de broedvogellijst van 1986, gelukkig weer een
broedgeval opgegeven uit het Terrein De Jonge in
de duinen. Ook de Velduil broedde dit jaar weer in
het duingebied, om precies te zijn in het Zeepe.
Naar het voorkomen van de Kerkuil op het eiland
loopt momenteel een speciaal onderzoek. In de
Zeelieven wordt hiervan regelmatig verslag
gedaan.
Zangvogels
Dat het met de Huiszwaluw op Schouwen-Dui-
veland niet zo goed gaat heeft u al in de herfst-
Sterna van vorig jaar kunnen lezen. Helaas is over
de Boerenzwaluw veel minder bekend, maar de in
druk bestaat dat ook deze soort in aantal afneemt,
misschien door een gebrek aan goede nest-
17