Koekoek juv.; van een achteruitgang valt op Schouwen-Duiveland nog niets te merken. Foto: Henk Harmsen. plaatsen. Bij een aantal standvogels zijn de naweeën van de afgelopen strenge winters nog niet voorbij. In veel gebieden was de populatie van soorten als Winter koning, Roodborst en Koolmees na die eerste strenge winter van 1984/85 in elkaar geklapt. On danks het feit dat de daaropvolgende winters ook niet mals waren, zijn deze zangvogels zich toch weer aan het herstellen. Opvallend daarbij is dat dit herstel in de bosgebieden van b.v. Ouwerkerk en het Dijkwater beter lijkt te gaan dan in ver scheidene duinterreinen als b.v. het Slotbos Haam stede, het Zeepe en het Terrein De Jonge. In veel van die duingebieden gingen de aantallen van bo vengenoemde zangvogels namelijk in 1987 weer wat naar beneden, terwijl dat in de bosgebieden in de polder niet het geval was. Twee typische duinzangvogels zijn de Nachtegaal en de Tapuit. Met die eerste gaat het goed, in de meeste duingebieden neemt de soort in aantal toe. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1988 | | pagina 18