De Egel
Jos Hendriks
Als je op een zonnige dag in de tuin zit, je hoort
wat geritsel en je ziet ineens een kleine egel tussen
de planten lopen, dan kijk je verbaasd. Zeker als
het diertje zich gemakkelijk laat oppakken. Zie je
na een half uur een tweede er bij komen, dan
wordt je zelfs wat opgewonden. Je kunt wel raden,
wat er gebeurt, als er na weer een half uur zich een
derde bij dit groepje voegt!
Op het moment, dat je de eerste ziet schiet er een
aantal gedachten door je heen:
- een egel is schuw;
- een egel „wandelt" vooral 's avonds en 's nachts;
- een egel laat zich niet beetpakken;
- egels drinken graag melk.
Bij de 3 jonge egeltjes die in onze tuin wandelden
was er van schuwheid geen sprake. Ze wandelden
overdag, en zelfs in de zon, doodgemoedereerd in
de tuin. Ze hadden geen enkel bezwaar tegen op
pakken. Ze voelden daarbij, aan de onderkant,
zelfs zacht aan. En, inderdaad, melk drinken ze
graag. Als je, na zo'n ontmoeting, wat literatuur
leest over egels dan blijken de gedachten die het
eerst bij je binnen schieten wel waar te zijn. Alleen
met dat melk geven moet je wel oppassen. Ze vin
den het heerlijk, maar krijgen er al gauw diarree
van. Niet zo goed dus.
Hoe leeft een egel?
De egel is, net als de meeste zoogdieren, die in het
wild leven, tamelijk schuw. Normaal moet je ook
geduld hebben om ze te zien. Toch komt juist de
egel veel in de buurt van de bewoonde wereld voor.
Mogelijk omdat juist alleen daar nog onbespoten
insecten leven. En daar moet de egel het vooral
van hebben. Riskant is dat bezoek aan de bewoon
de wereld wel. Dat blijkt uit de vele doodgevonden
exemplaren (Zie inventarisatie 1986/87).
De egel is, net als de spitsmuis en de Mol, een in
secteneter. De egel is evenwel een beschermd dier.
Om goed insecten te kunnen eten heeft de egel een
spitse snuit en een scherp gebit, met puntige kie
zen. Als tafelgenoot kun je maar beter geen egel
nemen: tijdens het eten maakt de egel voortdurend
smakkende geluiden. Overigens eet de egel niet al
leen insecten. Ook wormen, slakken en zelfs eieren
en jonge kuikens worden niet versmaad.
Opvallend, bij de egel, zijn ook de stekels en de
manier waarop deze daarmee omgaat. Door een
sterke spier kan de egel zich als een bol oprollen,
zodat kop en poten en de kwetsbare onderkant van
zijn lichaam onbereikbaar zijn voor vijanden. Dat
oprollen gebeurd bij onraad, maar ook tijdens de
winterslaap. De enige, in Nederland bekende, vij
and van de egel is, waarschijnlijk, de Das. Echt ze
ker is dit niet. Doordat de das een bedreigde dier
soort is en weinig voorkomt is dit ook moeilijk na
te gaan.
Het „stekelkleed" van een egel is eigenlijk het der
de kleed dat de egel „aantrekt". Een dag na de ge
boorte steekt het le kleed naar buiten. Gelukkig
voor de moeder-egel zijn deze erg zacht. Enkele
uren later breekt het 2e kleed al door. Na ±3
maanden volgt dan het 3e, en definitieve, kleed,
nadat het 2e kleed is geruid. Overigens maken
juist deze stekels dat de egel zo „lawaaierig" rond
wandelt. De pennen schuren langs bladeren en
planten.
„Egels drinken graag melk". Foto: Jos Hendriks.
34