Betredingsproblematiek Oosterschelde Stuurgroep Oosterschelde De werkgroep Actief beheer Oosterschelde (ABOS) - deze is door de stuurgroep Oosterschelde ingesteld - heeft een voorstel gepresenteerd voor een betredingsregeling in het Oosterscheldegebied. Het dagelijks bestuur van de stuurgroep heeft het voor kennisgeving aangenomen en onlangs ook het algemeen bestuur. Het ministerie van landbouw en visserij is voornemens grote delen van de Oosterschelde aan te wijzen als beschermd natuurmonument. Er wordt aangestuurd op een voorlopige aanwijzing per 1 januari 1989, mét gelijktijdige ingang van de rechtsgevolgen. Het DB van de stuurgroep wil eerst de nadere voor stellen van het ministerie afwachten. Om deze reden is voorgesteld de betredingsregeling voorlopig voor kennisgeving aan te nemen. Het door de werkgroep uitgebrachte voorstel heeft alleen betrekking op de betreding van de intergetij- dengebieden. Alleen in de zg. zeehondenrustgebieden wordt ook de toegankelijkheid van het omringen de water betrokken. Roggenplaat, hier moet de rust maximaal bevorderd worden. Dia: John Beijersbergen. De betredingsproblematiek in het Oosterschelde gebied speelt al geruime tijd. Aanvankelijk werd alleen gekeken naar het spitten van zeeaas (het zg. pierenspitten), later is daarbij de betreding door sportvissers, oeverrecreanten en watersporters van de schorren, slikken en platen bijgekomen. Op de schorren blijken vooral de laaggelegen, meest slikkige delen met pioniervegetaties kwets baar voor vertrapping. Wat betreft de vogels is betreding met name van invloed op de rust en de fourageermogelijkheden voor doortrekkers en overwinteraars. Uit onder zoek is gebleken dat - al vóór de afsluiting van het Krammer-Volkerak - in ongeveer een kwart van het intergetijdengebied de vogelbezetting niet opti maal was als gevolg van verstoring. Door de afna me van het intergetijdengebied bestaat de kans op vergroting van conflicten tussen de „gebruikers" (vogels en betreders). Voor zeehonden heeft ver storing grote gevolgen voor het behoud of het her stel van de zeehondenpopulatie. De periode half juni tot half augustus (de zoogtijd) is de meest kwetsbare. 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1988 | | pagina 37