Japans Bessenwier in de Grevelingen - een netwerk
van relaties
Kees de Kraker
Iedereen die wel eens bij het Grevelingenmeer komt kent het donkerbruine wier dat daar in dichte bossen
langs alle stenige oevers groeit. Geen andere nieuwkomer heeft zich hier zo nadrukkelijk doen gelden
als het Japans Bessenwier. Het is inmiddels acht jaar geleden dat de eerste begroeiing in de Grevelingen
ontdekt werd. In deze periode is een heel netwerk van relaties ontstaan tussen het bessenwier en tal van
kleine en grotere organismen, vissen en vogels. Het „eten en gegeten worden" deed rond deze plant een
nieuwe voedselketen ontstaan. Het foerageergedrag van vogels die op het nieuwe voedselaanbod reageer
den vormde hiervan één van de meest opvallende aspekten. Hierdoor raakte ik meer geïnteresseerd in
deze plant waarvan ik de ontwikkeling van begin af aan als vogelwachter op de Hompelvoet heb mee
gemaakt.
Het is niet voor het eerst dat er in de Sterna aan
dacht wordt geschonken aan het Japans Bessen
wier. J. Viergever berichtte in 1977 over de vondst
van los aangespoeld wier op het Schouwse strand
en G. J. C. Buth schreef in 1981 over het bessen
wier als een - mogelijk lastige - nieuwkomer in de
Grevelingen.
Nu de landverhuizer zo'n beetje gesetteld is heb
ben we wat meer zicht gekregen op zijn funktione-
ren hier en kunnen enkele vragen uit de vesti
gingsperiode beantwoord worden.
Vestiging
In het kort nog even de voorgeschiedenis. Het Ja
pans Bessenwier is zoals de naam zegt, afkomstig
uit Japan. Vandaar is het met geïmporteerde oes
ters terecht gekomen aan de Canadese westkust
(British Columbia). Van hieruit en mogelijk ook
weer rechtstreeks uit Japan is het opnieuw met
oesters meegekomen naar de oesterkweekgebieden
in Frankrijk aan de kust van Bretagne en Norman-
dië (ca. 1970). Via aangespoelde planten waaruit
nog lang jonge kiemplanten kunnen vrijkomen
heeft het bessenwier de oversteek naar Engeland
gemaakt, waar het in 1973 voor'het eerst werd ge
vonden. Hier breidde het zich verder langs de
zuidkust uit, terwijl op het continent de Franse en
Noord-Spaanse kust gekoloniseerd werden. In
1977 was het dan zo ver: tijdens een strandexcursie
Een „struik" Japans Bessenwier die op 50 cm diepte groei
de blijkt in augustus bijna 1.50 meter lang te zijn. Foto: C.
de Kraker.
van de Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duive-
land bij het Watergat werden de eerste langs de
Nederlandse kust aangespoelde plukken bessen
wier gevonden.
J. Viergever beschrijft deze vondst in Sterna 21:82-
83, waarbij hij besluit met te zeggen dat het een
strandexcursie was die niet vergeten zal worden.
Wat dat betreft heeft hij gelijk gekregen, maar ge
lukkig niet omdat we toen aan het begin van een
vervelende ontwikkeling stonden. Drie jaar later
werden begroeiingen van Japans Bessenwier in de
Grevelingen en bij Texel gevonden. In 1981 werd
het wier eveneens in de Oosterschelde aangetrof
fen. Aangezien het bessenwier niet tegen droogval
len kan, komt het in getijdegebied pas onder de
laagwaterlijn (sublitoraal) voor. In het vrij troebe
le Oosterscheldewater waren de uitbreidingskan
sen dan ook veel kleiner als in het stagnante Gre
velingenmeer met zijn heldere water.
68