Verslag over 1988 van de vinkenbaan te Westenschouwen Roodborst, 134 ex. gevangen en 1 terugmelding uit Denemarken. Foto: Henk Harmsen. L. van Ree Verloop van liet vangseizoen Een mooi jaar, veel vangbaar weer, invasievogels, buitenlandse ringen, te mooi om ieder jaar zo te verlopen. Door allerlei omstandigheden werden er in de zo mer (juli en augustus) weinig vangdagen gemaakt. De enkele vangdagen waren dikwijls een fiasco door de sterke wind. De zomer was dan ook niet zo best. Op 1 september waren er nog geen 200 vo gels gevangen. De maanden september en oktober waren veel beter. In november liep de trek van Vinken en Kepen ech ter snel af, maar toen kwamen de Grote Barmsij- zen. Het eerste exemplaar werd 24 oktober gevan gen, maar de hoofdmacht kwam pas in de tweede helft van november. De laatste (bescheiden) inva sie was in 1986 met 44 gevangen exemplaren. We vingen er dit jaar 241, een recordaantal. De zeldza me Witstuitbarmsijs, welke meestal meetrekt met de Grote Barmsijs, werd op 25 november gevan gen. Het betrof twee exemplaren die in één slag tussen negen Grote Barmsijzen bemachtigd werden. Een andere, niet zo spectaculaire invasie, was de Geelgors. Op 3 november hadden we er al zes ge vangen, toen we er nog eens negen in het hout kre gen, waarvan we er geen enkele konden bemachti gen. Die dag trokken er dus minstens 15 langs de vinkenbaan. Het totaalcijfer voor dit seizoen is 27 gevangen Geelgorzen. Ook een absoluut record. Tussen deze Geelgorzen troffen we er negen aan, die min of meer wittig waren. Jaren geleden heb ben we ook eens van zulke wittige exemplaren ge vangen. Het betrof dit jaar duidelijke graduaties. Sommigen waren heel bleek geel, andere waren niet zo bleek, maar lichter dan de doorsnee Geel gors. Ik vermoed dat we kruisingen vingen waar- 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1989 | | pagina 22