Het voorkomen van de Slechtvalk in het noordelijke Deltagebied Tricht (Gld.) om een Koereiger die daar zat te foto graferen. Langzaam was ik naderbij geslopen en de reiger was erg op zijn gemak, maar toen ik hem wilde fotograferen was er te weinig licht omdat het zo'n grijze dag was. De volgende dag is dat overi gens wel gelukt. De spanning, maar ook de teleur stelling maken de vogelfotografie voor mij tot een bijzonder boeiende hobby. Henk, hartelijk dank voor dit interview en natuur lijk ook voor al die mooie foto's van jou. C. d K. Koereiger, Tricht (Gld.) 1 februari 1989. Foto: Henk Harmsen. G. L. Ouweneel Ongeveer vijfentwintig jaar geleden zag het er naar uit dat het in Europa en Noord-Amerika was afgelo pen met de Slechtvalk. Hoe bestrijdingsmiddelen de populaties decimeerden is overbekend. Het herstel ging langzaam. Met uitzondering van de Britse eilanden is in Noordwest-Europa het aantal broedparen nog steeds een schaduw van dat van ongeveer een halve eeuw terug. Zo ook in Scandinavië waar de mees te in Nederland doortrekkende en overwinterende Slechtvalken vandaan komen. Een veldwaarneming van een Slechtvalk scoort hoog. De vogelaar die in het noordelijke Deltagebied 's winters op pad gaat, heeft thans weer een redelijke kans een Slechtvalk aan het werk te zien. Enkele ervaringen De Slikken van Flakkee 9 april 1988 namiddag. Het krioelt van- de vogels op het beweide deel. Honderden paren weidevogels zijn druk aan het baltsen of territoriumconflicten aan het afwikke len. Alom leeuwerikenzang en de troep van ten minste 3000 Goudplevieren vormt een donkere vlek op het korte gras. Rechts, naar de Grevelingen toe, ontstaat onder de vogels deining. Boven de oe verzone, niet hoog, komt vanuit de richting Oud- 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1989 | | pagina 5