De Slikken van Flakkee... boven de oeverzone, niet hoog, komt vanuit de richting Ouddorp een... Foto: G. L. Ouweneel.
dorp een Slechtvalk aanvliegen. De paniekerig rea
gerende meeuwen en weidevogels laten hem
ogenschijnlijk koud. Rustig begint de valk om
hoog te schroeven. Een paar Kokmeeuwen, een
plukje Goudplevieren en twee Grutto's wagen het
niet langs de valk te dalen; ze blijven boven hem.
Als de cirkelende valk bijna uit zicht is en de beide
vogelaars al verwachten dat hij „door gaat", slui
ten de vleugels om het lichaam en komt de vogel
als een meteoor naar beneden. Exploderende vo
gelpaniek op de Slikken, waaruit even later de
Slechtvalk weer beheerst omhoog schroeft... „eve
rything under control". Nog twee maal zou de
Slechtvalk als een vallende ster neerstorten, de
laatste maal vanuit zo'n hoogte dat de Audubon-
kijkers hem niet meer registreerden en alleen de
onbeheerst opwervelende wolk meeuwen, eenden
en steltlopers zijn terugkomst op aarde bevestig
den. Betroffen die drie duikvluchten nu mislukte
jachtacties of was het slechts spel? Ook dat laatste
zou kunnen.
Najaar 1974 heb ik een volle dag gepost bij een op
de Ventjagersplaat verblijvende Slechtvalk. De
peppelaanplantingen bij de noorderoprit van de
Haringvlietbrug vormt een veel gefrequenteerde
houtduivenovernachtingsplaats. Opererend vanaf
de tegenoverliggende hoogspanningsmast had de
Slechtvalk 's morgens vroeg bij het uitvliegen van
de duiven er één bemachtigd. Deze prooi werd op
de grond gekropt. Later vloog de Slechtvalk over
het Haringvliet om plaats te nemen op één van de
op de Hellegatsplaten staande masten. Hier werd
een paar uur gerust. Maar 's middags werden van
uit deze masten boven de plaat weer een paar
„stoops" uitgevoerd o.a. op twee op de plaat in de
weer zijnde Bonte Kraaien. Prooi werd niet be
machtigd en eigenlijk viel van de acties af te zien
dat zulks ook niet in de bedoeling lag. Conclusie
deels trainingsvluchten deels een niet te stuiten
jachtlust.
Nog een slechtvalkervaring. Staande op de dwars-
dijk met in de rug de Weeversinlaag, keken we in
de namiddag van 20-9-1986 uit over de Flaauwers.
Plotseling was er een Slechtvalk, aangevlogen op
een zodanige hoogte dat de in de Flaauwers aan
wezige steltlopers en eenden niet in staat waren de
valk te zien naderen. De huivering die door de vo
gelmenigte ging was voor ons zintuiglijk waar
neembaar. In de westhoek ging geen vogel van de
talrijk aanwezige steltlopers op. Wel viel te zien
hoe de vogels zich massaal letterlijk tegen de bo
dem drukten. De zich verderop in de inlaag bevin
dende vogels hadden enkele seconden om zich te
prepareren en gingen deels op. Maar de Slechtvalk
ging door. Veertig minuten later zagen we op de
Ventjagersplaat weer een Slechtvalk. Twee op een
middag. Niet gek. Tegenwoordig kan dat weer.
4