Geleidelijk herstel De vogelaar die in het noordelijke Deltagebied een Slechtvalk wil zien, kan tegenwoordig tussen sep tember en maart met wat inspanning wel aan zijn trekken komen. De beste kansen bieden de Kwade Hoek, Scheelhoek, Slikken van Flakkee, Ventja gersplaat en de Korendijkse Slikken - ruimtelijke gebieden met talrijk voorhanden prooi. Aangeno men mag worden dat het om twee, misschien soms drie vogels gaat die verschillende terreinen fre quenteren. In de tweede helft van augustus ver schijnen de eerste Slechtvalken (18-8-1984 Maas vlakte, 27-8-1983 Plompe Toren). Tot diep in april trekken ze door (20-4-1987 2 Essenplaat Hollands Diep); deze vogels vertoonden baltsspel, maar gin gen later hoog door in oostelijke richting. Om na te gaan hoe de terugkeer van de Slechtvalk als doortrekker/wintergast in het Noordelijke Del tagebied zich presenteert, heb ik mijn waarnemin gen vanaf 1960/61 tot en met 1987/88 gerubri ceerd. Gedurende het dieptepunt van de zestiger jaren kwamen tijdens alle Delta-excursies tussen 1960/61 en 1969/70 slechts drie Slechtvalken voor de kijker. In 1970/71 verbleven er Slechtvalken bij Numansdorp en op de Scheelhoek, maar het vol gende seizoen was weer slechtvalkloos. Vanaf 1972/73 ging het beter, waarbij de komst van de hoogspanningsleiding over de Ventja gersplaat niet onvermeld kan blijven: in alle sei zoenen tot dusver frequenteerde voor korte of lan ge tijd een Slechtvalk de masten van dit tracé. De groei van het aantal slechtvalkwaarnemingen, uitgedrukt in aantal per delta-excursie, valt af te lezen in Figuur 1. Natuurlijk kan bij deze methode Gem. exc. 0,4 Figuur 1: Over drie opeenvolgende seizoenen gemiddeld aantal waargenomen Slechtvalken per excursie in het noordelijke Deltagebied over het tijdvak 1961/62 tot en met 1987/88. Als seizoen gerekend september tot en met maart. een bepaalde vogel die lange tijd op een plaats ver blijft (bijv. de Ventjagersplaat), het gemiddelde flatteren. In een poging dit effect te neutraliseren, heb ik steeds het gemiddelde van drie opeenvol gende seizoenen (september tot en met maart) ge nomen. Dan nog komt het begin van de zeventiger jaren er geflatteerd af. Geen wonder. De Slecht valk was toen nagenoeg opgegeven. En toen de soort terugkeerde, lokte hij mij vaak naar de Vent jagersplaat en de Scheelhoek. Literatuur OUWENEEL, G. L. 1971. 'n Weerzien. Het Vogeljaar 19: 478-479. OUWENEEL, G. L. 1982. Terug van weg geweest? Vo gels 8: 68-70. RATCLIFFE, D. 1980. The Peregrine Falcon. Galton. SOVON. 1987. Atlas van de NedeiTandse Vogels. VOGELWERKGROEP GOEREE-OVERFLAKKEE. 1987. Ganzen en roofvogels op Goeree-Overflakkee in de winter van 1986-1987. Sterna 32: 75-76. De hoogspanningsmasten op de Hellegatsplaten worden ieder seizoen voor korte of lange tijd door een Slechtvalk be trokken. Foto: G. L. Ou wen eel. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1989 | | pagina 7