perkte hoeveelheid braakballen van deze soort ont vangen. Overige waarnemingen zoals toevallige vondsten, ver keersslachtoffers en kenmerkende sporen werden geno teerd. Een inventarisatie naar vleermuizen met een bat detector wordt in hel volgende nummer van Sterna be handeld. Chronologische volgorde van vroegere onderzoeken Afgezien van het feit dat er over het algemeen weinig onderzoek naar kleine zoogdieren is verricht, zijn de ge gevens vaak fragmentarisch en in allerlei verschillende tijdschriften en blaadjes gepubliceerd, en ontbreekt een overzicht. Een historisch overzicht is van belang, omdat eilanden in de loop der tijd vaak sterk aan veranderingen onderhevig zijn en voor veel zoogdiersoorten lange tijd moeilijk te bereiken zijn geweest. Schreuder verzamelde als eerste braakbalgegevens van Schouwen-Duiveland, afkomstig uit de periode 1930- 1945 (13), gevolgd door Wilmink, die hier in 1942 en 1945 braakballen verzamelde (21). Deze gegevens zijn de enige van voor de inundatie tijdens de oorlogsjaren en de overstromingsramp in 1953. De braakballen in 1945 te Zierikzee werden zelfs op een moment verzameld dat er overal rondom de stad water aanwezig was. In 1959 wer den op Goeree voor het eerst braakballen verzameld (16). In de jaren 1960-1963 werden de eerste inventarisaties met vallen naar het voorkomen van kleine zoogdieren op beide eilanden uitgevoerd (4, 6, 7, 18 en 19). Dit gebeur de grotendeels in het kader van een landelijk inventarisa tie naar de Noordse woelmuis (van Wijngaarden). Daar na zijn van beide eilanden lange tijd geen gegevens meer verzameld. Wel is in de periode 1971-1983 intensief geïn ventariseerd op de Slikken van Flakkee (5) en zijn af en toe gegevens verzameld van de recent ontstane eilanden in de Grevelingen na de afsluiting in 1971 (1, 14). De ge gevens, verzameld in 1984-1988 zijn ten dele eerder gepu bliceerd in Jeugdbondblaadjes en een Staatsbosbeheer- verslag (9, 10, 11 en 3). Resultaten Per soort worden de vroegere gegevens en de huidige gegevens beknopt weergegeven en, indien daar een aan leiding voor bestaat, met elkaar vergeleken. Bosspitsmuis Sorex araneus Op 2 mei 1959 werd een exemplaar gevangen in de duinen bij Goeree (6). In 1961 werd de soort vervolgens gevangen in drie riethoekjes langs de Grevelingendijk (drie ex.) tussen het haventje van Ouddorp en de Preekhilpolder en werd een ver keersslachtoffer gevonden langs de Dijkstelweg (19). In de periode 1930-1945 werd de soort op Schouwen-Duiveland in braakballen aangetroffen te Renesse en Zierikzee (13, 21). Op 20 aug. 1959 werd een exemplaar gevangen bij Duinhoeve in Haamstede (7). Sindsdien is de soort geregeld op beide eilanden aangetroffen (4, 8, 17 en 60). Op Goeree zijn in 1985 slechts vijf Bosspitsmui- zen gevangen. Drie exemplaren werden gevangen in een ruigtkruidenvegetatie op een dijk bij 't Ha venhoofd, een exemplaar werd langs Weel de Vin gerling gevangen en een exemplaar in duindoorn vegetatie bij het Zuiderdiep. Op de zeedijk van de Preekhilpolder werden twee vechtende exemplaren langdurig waargenomen. In de kweldervegetatie van de Punt en de Kwade Hoek werden geregeld spitsmuizen gehoord die tot het geslacht Sorex be horen en waarschijnlijk betrekking hebben op de ze soort. Op Schouwen werden in 1986 elf Bosspitsmui- zen gevangen; negen in de Flaauwers/Weevers in laag, een exemplaar nabij Ellemeet, en een exem plaar werd in duindoornvegetatie aan de voet van de Brouwersdam gevangen. Aldaar werd in 1987/88 ook een exemplaar in Ransuilbraakballen aangetroffen. In Kerkuilbraakballen, verzameld op vier plaatsen in 1988 (zie tabel 2b) werd de soort talrijk aangetroffen (2.4-14%). Alle exem plaren in de braakballen behoorden tot de soort Sorex araneus (carotype B). Dwergspilsmuis Sorex minutus De soort werd op Schouwen voor het eerst vast gesteld in 1942 in braakballen, verzameld bij kasteel Moermond bij Renesse (21). Voorts worden vier vangsten op Schouwen vermeldt en een vangst op Duiveland (18?, 20). Op Goeree werd een exemplaar in 1984 gevan gen in een met riet begroeid overhoekje langs de Grevelingendijk, net ten oosten van de haven van Ouddorp. Dit is de eerste vangst van deze soort op Goeree. Wel is de soort in 1961 in braakballen te Sommelsdijk aangetroffen (19), evenals op de Slikken van Flakkee (0.3%) (5). Op Schouwen werden vijf exemplaren gevangen in vochtige tot natte delen in de Flaauwers/Wee vers inlagen. In Kerkuilbraakballen, verzameld na bij de Maire in 1988, werden vier schedelresten aangetroffen. Waterspitsmuis Neomys fodiens Wijngaarden (1961) vermeldt in 1961 een braak- balvondst van deze soort te Sommelsdijk op Flak kee (19). Sindsdien is de soort niet meer aangetrof fen op Goeree-Overflakkee. Op Schouwen-Duiveland is de soort in de perio- 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1989 | | pagina 11