Het verzamelen van braakballen en gericht onder zoek met vallen zou het voorkomen van de Wa terspitsmuis en Aardmuis bijvoorbeeld nog kun nen bevestigen. Ondergetekende houdt zich dan ook warm aanbevolen voor eventueel te verrichten braakbalanalyses. Rinus van 't Hof wil ik bedan ken voor het toezenden van Kerkuilbraakballen van Schouwen-Duiveland. Kees Mostert, Gebbenlaan 60, 2625 KC Delft Literal uur 1. BODAR, C. A. VAN DER WERF, 1981. Micromam- malia op recentelijk ontstane eilanden: 1-34, bijla gen. Intern rapport, Rijksuniversiteit Utrecht/Rijks instituut voor Natuurbeheer, Utrecht/Leersum. 2. HARTOG POLDER, 1979. Onderzoek naar de are- aalgrens van de aardmuis (Microtus agrestis, L.) in Zuidwest-Nederland: 1-36. Rijksinstituut voor Na tuurbeheer, Leersum. 3. KAPTEYN, K. 1987. Een zoogdierinventarisatie op Schouwen. De Bosmuis, 25: 2-13. 4. KASTEEL, J. VAN, 1963. Een onderzoek naar Micro tus oeconomus op Noord-Beveland en Schou wen-Duiveland. Gestencild rapport, RIVON, 42 pp. 5. KOGEL, T. J. 1983. Veranderingen in de kleine- zoogdierfauna van de Slikken van Flakkee na de af sluiting van de Grevelingen in 1971. Lutra 26: 93-104. 6. LAAR, V. VAN, 1959. Nieuwe gegevens over de land- zoogdierfauna van het Deltagebied. Natura, 56: 26-32. 7. LAAR, V. VAN, 1960. Nieuwe gegevens over de land- zoogdierfauna van het Deltagebied. Natura, 57: 136-142. 8. LEEUWEN, L. VAN, 1953. Overzicht braakbalanaly ses I. - Gestencild rapport Plantenziektenk. Dienst, 76 pp. 9. MOSTERT, K. 1985. Tabellen (1975-1984). Bosmuis, 23 themanummer braakballen; 67-111. 10. MOSTERT, K. 1988. De vleermuizen van het binnen- duinrandgebied van Schouwen. Bosmuis, 26: 23-31. 11. MOSTERT, K. 1989. De noordse woelmuis (Microtus oeconomus) in enige Staatsbosbeheerterreinen, pp 1-36. 12. REEST, VAN DER P. J. E. PELZERS, 1983. Een in ventarisatie van kleine zoogdieren in het Ramme- gors, Zeeland, in 1982. Lutra, 26: 105-114. 13. SCHREUDER, A. 1945. Verspreiding en voorgeschie denis der niet algemeene Nederlandsche muizen. - Zool. Med., 25: 239-284. 14. SLIM, p. A., 1985. Van bruinvis tot noordse woel muis: de zoogdieren van de eilanden in de Grevelin gen. - Lutra, 28: 4-20. 15. vries, H. de, 1957. Overzicht braakbalanalyses ii. Getypt verslag Plantenziektenk. Dienst. 106 pp. 16. VRIES, H. DE, 1960. Braakballenonderzoek - Gestencild rapport RIVON, 74 pp. 17. VRIES, H. DE A. VAN WIJNGAARDEN, 1957. Re cente gegevens over de verspreiding van een aantal diersoorten in Nederland. - Gestencild rapport Plan tenziektenk. Dienst. 33 pp. 18. WIJNGAARDEN, A. VAN, 1960. De Land- zoogdierfauna van Schouwen-Duiveland. Gestencild rapport R.I.V.O.N. 12 pp. 19. WIJNGAARDEN, A. VAN, 1961. De zoogdierfauna van Goeree-Overflakkee. Gestencild rapport R.I.V.O.N. 10 pp. 20. WIJNGAARDEN, A. VAN, V. VAN LAAR M. D. M. TROMMEL, 1971. De verspreiding van de Nederland se zoogdieren. - Lutra, 13 1-41, kaarten 1-64. 21. WILMINK, F. G., 1949. Bijdrage tot de kennis van de kleine zoogdieren van Zeeland. De Levende Natuur, 52: 37-40.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1989 | | pagina 16