Middelste Zaagbek - vaste broedvogel in de Grevelingen
Middelste Zaagbek o*Foto: Henk Harmsen.
Kees de Kraker
Dat de Grevelingen een bijzondere eend in de bijt van de Nederlandse wateren wordt nergens beter
tot uitdrukking gebracht, dan in het ontstaan van een broedpopulatie van de Middelste Zaagbek in dit
gebied. De combinatie van eisen die deze eend stelt ten aanzien van een optimaal broedgebied vormt
een prima karakteristiek van de Grevelingen. In onderstaand artikel worden enkele aspekten van de
broedbiologie en het aantalsverloop van broedende Middelste Zaagbekken in de Grevelingen besproken.
Broedgebied
De Middelste Zaagbek is een kustvogel die in
noordelijke streken broedt (Fig. 1). De soort
broedt voornamelijk op eilandjes of bij fjorden en
andere inhammen langs de kust, maar ook wel
verder landinwaarts bij grote zoetwatermeren. Ver
der is zijn verspreiding afhankelijk van de aanwe
zigheid van voldoende voedsel, met name kleine
vissoorten die de voornaamste voedselbron vor
men. Zo is het voorkomen van de Middelste Zaag
bek in West-Noorwegen sterk gebonden aan de
verspreiding van de Driedoornige Stekelbaars
(Rad, 1980).
Sinds de vorige eeuw heeft de Middelste Zaag
bek zijn broedgebied in West-Europa wat naar het
zuiden verplaatst. In Engeland valt de laatste de
cennia nog steeds verschuiving in zuidwaartse
richting te bespeuren, maar op het vasteland be
vinden de dichtsbijzijnde broedplaatsen zich al ve
le jaren aan de Oostzeekust van Sleeswijk-
Holstein. Ten zuiden en ten westen daarvan kwam
alleen zo nu en dan wel eens een broedgeval voor.
50
Voor Nederland waren dat 12 geregistreerde ge
vallen voordat het eerste broedgeval in de Greve
lingen bekend werd, namelijk: Rottummeroog/
-plaat 1916, '23, '59, '60; Schiermonnikoog 1966,
'67, '70 en Texel 1936, '37, '53, '64 en '66.
Fig. 3: Aantalsverloop van de Middelste Zaagbek in de
Grevelingen (uit SBB rapport).