Interessante waarnemingen zes gevallen per jaar sinds 1975. In Frankrijk werden tot 1986 19 gevallen bekend, alle sinds 1962. Negen van de Franse gevallen kwamen uit Finistère, Bretagne, en drie uit noordwestelijk Frankrijk (Dubois Yésou 1986). El ders in Europa is de Kleine Geelpootruiter zeer zeld zaam: België 2, Denemarken 1, Finland 1, Hongarije 1, Italië 2, Nederland 1, Noorwegen 3, Spanje 1 en Zweden 3 gevallen. Drie gevallen in de BRD en twee in Oosten rijk worden momenteel herzien. Op het vasteland van Europa is de Kleine Geelpootruiter vastgesteld in alle maanden van het jaar met de meeste gevallen in mei (6) en augustus (9), september (5) en oktober (7) en één of twee in de overige maanden (n 36). Dit beeld komt overeen met dat in Groot-Brittannië en Ierland. Literatuur CRAMP, S. SIMMONS, K. E. L. 1983. The birds of the western Palearctic 3. Oxford. DUBOIS, P. J. YÉSOU, P. 1986. Inventaire des espèces d'oiseaux occasionelles en France. Parijs. HAYMAN, P., MARCHANT, J. PRATER, T. 1986. Sho- rebirds: an identification guide to the waders of the world. Londen. IJZENDOORN, E. J. VAN HEER, P. DE 1985. Herzie ning van de Nederlandse Avifaunistische Lijst. Limosa 58: 65-72. Een bijzondere waarneming op de Kwade Hoek Op dinsdagavond 25 april om 8 uur 's avonds gaat de telefoon. Ik neem de hoorn op en voor ik mijn naam heb kunnen zeggen, hoor ik aan de andere kant van de lijn al een opgewonden stem. De stem herken ik als die van de heer Vlietland, opzichter van het natuurgebied de Kwade Hoek, verder begrijp ik nog niets van het opge wonden betoog. Brand, een ongeval, flitst er door me heen. Ik vraag hem alles nog eens rustig te herhalen. Nu begrijp ik dat het om een waarneming op de Kwa de Hoek gaat. Nadat ik Vlietland het nog eens heb laten herhalen weet ik ook de juiste plaats en de vogelsoort. Nu raak ik ook wat opgewonden, het gaat n.l. om een Hop op het oostelijk gedeelte van de Kwade Hoek. Mijn reeds gemaakte afspraak voor die avond wordt direkt verzet. Snel de kijker gepakt en op weg naar de af gesproken plaats. Vlietland staat al op de duinovergang te wachten. Sa men lopen we de duinovergang af naar de plaats waar de vogel het laatst is gezien. En jawel als we voorzichtig van achter een grote duin doornstruik het terrein onderzoeken zien we de Hop, op enkele tientallen meters van ons verwijderd, foerageren. Een prachtig getekende vogel met een opvallend grote kuif. De Hop laat zich vrij dicht benaderen en gaat rustig door met voedselzoeken. We observeren de vogel geruime tijd waarbij we tot de conclusie komen dat ik mijn fototoestel toch beter mee had kunnen nemen. Een Hop op korte afstand en in je „eigen" gebied observeren is heel fascinerend. Wat me van die avond echter het meest is bijgebleven is niet de Hop maar de manier waarop Jan Vlietland de waarneming beleefde. Iemand die al meer dan 50 jaar de natuur observeert en er in werkt en dan nog zó enthou siast en intens van een „vogel" kan genieten is een ware natuurliefhebber. Ik hoop dat hij nog vaker zulke bijzon dere waarnemingen aan me wil doorgeven. H. v. Dam Waarnemingen voor deze rubriek graag bijtijds doorgeven aan de onderstaande kontaktpersonén. Goeree-Overflakkee Dodaars 4-5-89 1 paar op nest vijver Stellebos, Stellen dam, H. v. Dam. Roodhalsfuut 22-5-89 2 ex. Grevelingen-Grevelingen- dam, L. de Wit. Flamingo 25-6-89 2 ex. Hompelvoet, A. Aleman. Purperreiger 12-3-89 2 ex. Koude Hoek, Ouddorp, A. Aleman. Ooievaar 21-5-89 1 ex. overvliegend Middelharnis, N. Kamp. C. Verhage; 24-5-89 1 ex. Oude Oostdijk Goede reede, G. H. Tanis. Lepelaar 8-5-89 1 ex. overvliegend Preekhilpolder Oud dorp. Plantenw.groep; 10-6-89 1 ex. Kilhaven Ouddorp, W. Hollaar: 10-6-89 6 ex. Koude Hoek Ouddorp, W. Hollaar. Grauwe Gans 16-5-89 2 ex. Markenje Ouddorp, W. Hol laar. 63

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1989 | | pagina 33