Het seizoen is gelukkig weer voorbij De geldbuidel is gevuld en horeca- en recreatie-ondernemingen kunnen terugzien op een mooi en lang seizoen. Niet iedereen is echter even blij met de jaarlijkse overspoeling. De niet-betrokken inwoner ziet zich ergens in de Randstad of Ruhrgebied geplaatst en wanneer hij dan ook nog argeloos in de fuik van een of andere toeristendag verzeilt, kan dat terecht als een terreurdaad van de middenstand worden opgevat. Dat geldt ook voor de vogels. Visdiefjes die in een aantal natuurterreinen in een derde poging eind juli nog op eieren zaten, geven aan dat de menselijke verstoring gedurende de broedtijd niet overal binnen de perken is gebleven. Gebrek aan toezicht en een steeds grotere toeristenstroom naar het Zeeuwse veroorzaken het kwaliteitsverlies van een groot aantal natuurgebieden langs de kust. Het is al precies zo als bij het toezicht op andere overtredingen, waaronder illegaal kamperen: er is geen extra mankracht voor, terwijl het juist zo no dig is. Onbegrijpelijk wordt het als instanties zelf over gaan tot verstoring en vernieling. Zo presteerde men het onder verantwoordelijkheid van het Gre- velingenschap op de Punt van Goeree midden in het voorjaar om grote oppervlakten struweel te verwijderen ten gunste van de aanleg van een toe ristische spoorlijn en een aantal natuurpaden en een observatiehut om vogels te bekijken(l). Wan neer leert men nou eens dat dergelijke ingrepen niet in het broedseizoen dienen te worden uitge voerd? Of vindt men bij het schap dat de Grevelin- gennatuur er alleen maar is om volledig in dienst te staan van de recreatie? Was dit wellicht nog een geval van dommigheid, - de observatiehut staat ook op een plaats waar je geen vogel kan zien - nog ergerlijker wordt het als mensen opzettelijk tot natuurvernieling overgaan. Het geval van de vertrapping van de nesten van Visdief en Kok meeuw in de Koudekerkse inlaag vormde dit jaar het absolute dieptepunt. Daar moet iemand heb ben gedacht: „alles is van mij en als mij gezegd wordt dat ik niet vanwege die vogels mag doen wat ik wil, dan zal ik die boel eens even opruimen". De politie heeft voor dit soort dingen al hele maal geen tijd. En de burgemeesters ruzieën rustig verder over het uit de hand lopen van het zwart- kamperen op de Brouwersdam. Elk jaar, zo tegen Pinksteren horen we daarvan en elk jaar blijkt weer dat er niets aan is gedaan. Een blijk van on vermogen dat hen zeer kwalijk mag worden geno men. De gemeenten willen wel het vele geld van de recreatie maar ze zijn niet in staat om andere maatschappelijke functies uit de verdrukking te houden. Hier geldt al heel duidelijk: vol is vol. En niet meer zeuren over uitbreiding met speerpunten en seizoenverlenging: orde op zaken stellen, daar gaat het om. Bij de provinciale VVV is het nog gekker. Daar ziet men Zeeland als een stadion dat elke dag vol 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1989 | | pagina 3