LANDSCHAP, 19toen
Op het dijkje tussen de Weevers en Heertjes In
laag zien we op de achtergrond de nieuwe
dijkbaas-woning (afgebroken 1932). Links daar
voor stond het boerderijtje van P. Berrevoets die
vanaf 1915 tot zijn overlijden in 1951 van het Wa
terschap de palingvisserij en vogelarij pachtte. Ei
eren van een visdiefje brachten voor de Tweede
Wereldoorlog 2 cent per stuk op, Kokmeeuweieren
5 cent en de smakelijke Grote Sterneieren 6 cent.
De Grote Sterns broeden te midden van Kok
meeuwen die ook voor hun bescherming zorgen.
Van belang in het voorjaar is, dat de Grote Sterns
goed uitzicht hebben en op kunnen vliegen en dat
de grond waarop ze broeden dus kaal is. Vóór het
broedseizoen maakte de pachter de hil kaal door
de dode plantenmassa van het vorige jaar af te
voeren en wat strooisel voor de nesten achter te la
ten. Zijn het in dit geval stronken van kool-
planten?
Het zorgen voor een kale broedomgeving is een
door de tijd gegroeide boerenwijsheid, die we nu
ecologisch kunnen verklaren.
Frans Beekman
Weevers Inlaag
Op de foto zien we broedende Grote Sterns op
een eilandje (zg. hil) in de Weevers Inlaag in de
vroegere gemeente Kerkwerve. Het is te vinden in
Vogelleven in Nederland door A. B. Wigman
(Amsterdam, 1917, blz. 60) en de vogels worden
daar met hun vroegere naam „Groote Zeezwalu
wen" aangeduid. De foto is gemaakt door P. L.
Steenhuizen, de preparateur van Artis, die derge
lijke foto's nodig had bij het maken van diorama's
waarin vogels in hun natuurlijke omgeving werden
tentoongesteld.
Op het kaartfragment (blad 517, uitgave 1916)
ziet men dat de Weevers en Flaauwers Inlaag sa
men ook wel Flaauwers Inla(a)g(en) genoemd
werd(en). Veel oude vogelwaarnemingen hebben
deze plaatsaanduiding.
Inlagen ontstonden wanneer achter de zeedijk
een reserve of inlaagdijk werd gelegd. De grond er
tussen werd afgegraven voor de dijkaanleg. De
Flaauwers en Weevers Inlaag hadden bovendien de
functie polderwater tijdelijk te bergen en waren zo
ook boezem.
36