Veel Torenvalken in het noordelijke Deltagebied
tijdens winterhalfjaar 1988-1989
G. L. Ouweneel
Het kan niet anders dan dat degeen die gewoon is van zijn excursies de waargenomen aantallen vogels
bij te houden, het is opgevallen dat in het noordelijke Deltagebied in 1988-89 opmerkelijk veel Torenval
ken aanwezig waren.
Tijdens 29 excursies op de Zuidhollandse en
Zeeuwse eilanden ten noorden van de Oosterschel-
de, gehouden in het tijdvak gelegen tussen 1-8-
1988 en 30-4-1989, telde ik in totaal 447 Torenval
ken, een gemiddelde van 15,4. Hoewel al in augus
tus en zeker in september het aantal per excursie
waargenomen Torenvalken hoog scoorde, nam de
dichtheid vanaf eind-oktober verder toe. Excursies
vanuit de Hoekse Waard de eilanden op, gehouden
op 5-11 en 19-11, leverden 31 respectievelijk 29 To
renvalken op. De excursie van 10-12 met 39 stuks
kwam als hoogste uit de bus. In januari was ik af
wezig maar in februari teruggekeerd bleken nog
steeds veel Torenvalken present, maar zo hoog als
in november/december reikten de aantallen niet
meer. De telresultaten geplaatst tegenover die van
een reeks geselecteerde voorgaande seizoenen, gaf
een opmerkelijk resultaat.
Vergelijking met andere jaren
De excursies waren nooit specifiek op het waar
nemen van Torenvalken gericht, zodat mag wor
den aangenomen dat de werkelijk langs de geko
zen excursieroute aanwezige aantallen nog wat
hoger waren. Omdat de soort een karakteristieke
jachttechniek bezit en ook de keuze van uitkijk-
plaatsen de Torenvalk doet opvallen, valt te ver
wachten dat het overgrote deel van de werkelijk
aanwezige vogels ook werd geregistreerd. De keuze
van de seizoenen waarmee 1988-89 werd vergele
ken (zie Tabel 1), was niet willekeurig. Als eerste
1968-69, twintig jaar geleden en midden in de voor
roofvogels zo desastreus uitpakkende vergifti
gingsperiode vallend. Daarna 1974-75 als verte
genwoordiger uit de periode van de zachte zeventi
ger jaren winters. Vervolgens 1978-79 als opmer-
37