wezenlijke breuk in de vertegenwoordiging te zien
gegeven heeft. Langs routes buiten het noordelijke
Deltagebied, die ik met name in november en de
cember 1988 bereisde, waren naar mijn indruk niet
opmerkelijk veel Torenvalken aanwezig.
Oorzaak
Tot slot een suggestie omtrent de oorzaak van
de opmerkelijke aantallen Torenvalken. Voor de
hand liggend zou zijn een overvloedige presentie
van muizen. Op Goeree-Overflakkee gaven ter
loops gestelde vragen in die richting geen duidelij
ke bevestiging. Hoewel de spreiding van de Toren
valken over het onderzoeksgebied tamelijk
evenredig was, herbergde Oost-Overflakkee naar
ons idee opmerkelijk veel vogels. Langs de op deze
streek uitkomende grote verbindingsdammen en in
het tussenliggende gebied nam ik niet zelden tot
bijna 40% van de excursie-aantallen waar. Niet
uitgesloten is dat in de pioniervegetaties van de in-
april 1987 permanent drooggevallen oeverzones
van het Krammer-Volkeraktracé muizenpopulaties
zich hebben ontwikkeld die van hieruit Overflak-
kee binnenkwamen. De geringe hoeveelheid neer
slag die winter 1988/89 kenmerkte zal in ieder ge
val positief voor de muizen uitgepakt hebben.
Ook in de Alblasserwaard kwamen plaatselijk zeer
grote dichtheden van muizen voor.
Buizerds waren echter niet opvallend talrijk.
Hoe dan ook, de Torenvalken kwamen wel rond.
Een staartloos exemplaar, een opvallende verschij
ning, dat ik voor het eerst op 23 oktober 1988 op
de Philipsdam zag, was daar in februari 1989 nog
steeds aanwezig.
Tot slot zijn de ervaringen die de Vogelwerk
groep „De Hoeksche Waard" tijdens haar vijfde
achtereenvolgende jaarlijkse roofvogeltelling op
deed interessant. Deze werd gehouden tussen 14 en
22 januari 1989, waarbij de gehele Hoeksche
Waard op roofvogels werd geïnventariseerd. Hier
bij werden 113 Torenvalken geteld. In de vier voor
gaande winters waren dit er 32, 23, 17 respectieve
lijk 47. Die 113 vormden, althans voor de afge
lopen vijf jaar, een absoluut record.
Torenvalk 9 of juv., zittend op de „Dikke Toren" in Zierik-
zee. Foto: Pieter Honhoff.
Literatuur
OUWENEEL, G. L. 1982. Waarnemingen van roofvogels
in het Noordelijk Deltagebied. De Levende Natuur 84:
87-93.
OUWENEEL, G. L. 1987. Geconcentreerd jagende Bui
zerds Buteo buteo Limosa 60: 86.
VERKERK, A. 1989. Verslag roofvogeltelling. Nieuws
brief Hoekschewaards Landschap zomer 1989.
SOVON 1987. Atlas van de Nederlandse Vogels. Almelo.
VOGELWERKGROEP GOEREE-OVERFLAKKEE. 1989.
Ganzen en roofvogels op Goeree-Overflakkee in de win
ter van 1987-1988. Sterna 34: 16-18.
39