Huidige onderzoek In 1984 en 1987 is een groot deel van Goeree en Schouwen onderzocht op het voorkomen van vleermuizen door middel van een QMC batdetec tor (zie figuur 1). Op Goeree zijn in mei en juni 1984 enige excursies gehouden in het zandwallen- gebied, ten westen van Ouddorp en langs de Preekhilpolder. Er is hier echter geen systemati sche inventarisatie uitgevoerd. Op Schouwen is dit wel gebeurd en wel van 27-31 mei 1987. Op een groot deel van Schouwen (het zgn. binnenduin) zijn alle toegankelijke wegen en paden bezocht en alle waarnemingen ingetekend. Ook zijn enige omliggende dorpen en de Schelphoek bezocht. Omdat er in de vroege ochtend steeds slecht weer was (neerslag, lage temperaturen en vrij veel wind) kon er helaas niet naar kolonies en andere verblijf plaatsen worden gezocht. Op Goeree zijn in het zomerhalfjaar twee soorten en op Schouwen vijf soorten vleermuizen waargenomen. Een bat-detector of vleermuis-ontvanger. Dia: Archief Stichting Vleermuis-onderzoek. Watervleermuis Myotis daubentonii Watervleermuizen jagen vooral boven beschutte waterpartijen zoals plasjes en brede sloten omge ven door beschutting (zoals geboomte), waarbij rakelings boven het wateroppervlak wordt gevlo gen. Zowel op Schouwen als op Goeree is zoet wa ter (omgeven door geboomte) slechts in beperkte mate aanwezig. Op laatstgenoemde eiland is de soort dan ook niet aangetroffen. In het binnen- duingebied van Schouwen zijn tenminste 34 Wa tervleermuizen aangetroffen. Figuur 3 laat zien dat de soort overal is aangetroffen waar water is te vinden in het binnenduin. De grootste aantallen zijn gevonden boven de slotgrachten van Moer- mond en Kraayensteyn (resp. acht en tien exempla ren). Zelfs kleine regenplasjes van nauwelijks 10 m2 werden door enkele exemplaren benut. Omdat niet al het zoete water bezocht kon worden (zoals enkele kooiplassen) is het werkelijk aanwezige aantal vermoedelijk wat hoger. Hoewel voor de hand ligt dat de kraamkolonie van deze boombe- wonende soort zich in het bos bij Haamstede be vindt, werd hier op 29/30 mei 1987 geen spoor van gevonden. In de Schelphoek, dat een min of meer gunstig jachtbiotoop voor deze soort is, werden geen Wa tervleermuizen aangetroffen. Vermoedelijk ligt dit gebied te sterk geïsoleerd in de grootschalige land bouwgebieden. Boven de singels rond Zierikzee is de soort echter wel waargenomen (mond. med. C. Berrevoets). In de bunkers in het bos en 't Zeepe overwinteren de laatste jaren meer dan honderd exemplaren, en is zelfs een opgaande trend waar te nemen (ongepub. geg. J. P. Bekker, K. Mostert). Baardvleermuis Myotis mystacinus Baardvleermuizen zijn in de zomer niet waarge nomen op Schouwen, 's Winters is echter een klein aantal overwinterende dieren aanwezig in de bun kers van bos Haamstede en 't Zeepe. Mogelijk is elders op het eiland een kleine kolonie aanwezig. Gewone Dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus In het zandwallengebied en langs de Westduinen op Goeree werden enkele tientallen Gewone Dwergvleermuizen waargenomen. In Ouddorp werd een kraamkolonie aangetroffen in een spouwmuur van een woonhuis in het centrum van het dorp. Hier werden in juni 1988 tenminste 28 uitvliegende exemplaren in de avondschemering geteld. In het onderzochte gebied op Schouwen werden ca. 350 Gewone Dwergvleermuizen waargenomen (zie figuur 2). Op sommige plaatsen waren de aan tallen opmerkelijk hoog, zoals boven de slotgrach ten van Moermond, Slot Haamstede en Kraay ensteyn; hier waren tientallen jagende exemplaren aanwezig. Ook boven de plassen in het naaldbos (ca. 25 en 20 ex.), de Ijsbaan bij Renesse (22 ex.), boven enige wegen en paden in het binnenduin, en langs en in het bos bij Haamstede (ca. 50 ex.) zijn de aantallen hoog. Langs de Hoge Zoom, tussen Renesse en Haamstede, alsmede in beide dorpen zelf, waren de aantallen tegen verwachting in laag. Ruige Dwergvleermuis Pipistrellus nathusii Op Schouwen zijn in de bebouwde kom van Burgh-Haamstede tenminste drie exemplaren 72

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1989 | | pagina 10