Hellegatsplaten zomer 1989 I HellegatsplatenFoto: G. L. Ouweneel. G. L. Ouweneel Dit tijdschrift bevatte ongeveer een jaar geleden een verslag over de ornithologische gang van zaken op de Hellegatsplaten, vanaf het moment dat deze platen als gevolg van de sluiting van het Krammer- Volkerak permanent droogvielen. Daarbij viel het accent op het broedseizoen 1988. Zolang de oecologi- sche successie het open karakter van de platen niet wegneemt, zullen watervogels en steltlopers de Helle gatsplaten blijven aandoen om er te broeden en/of te pleisteren. Temeer omdat de tegenoverliggende Ventjagersplaten qua structuur een watervogelgebied bij uitstek zijn. Daarom bleven ook in 1989 het open landschap en de vogels van de Hellegatsplaten fascineren. De derde zomer In september 1989, aan het einde van de derde zomer nadat de Hellegatsplaten droogvielen, kon de balans worden opgemaakt hoever de oecologi- sche successie was voortgeschreden. Dat was in drukwekkend. Zomer 1987 had Rijkswaterstaat een versneld inlaat- en spuiprogramma doorge voerd met als gevolg dat het Krammer-Volkerak na korte tijd was verzoet met water afkomstig uit het Hollandsch Diep. Vanaf juli 1989 waren in het Krammer-Volkerak, en trouwens ook in het Ha ringvliet, steeds in omvang groeiende algenvelden te zien. In het NRC-Handelsblad viel te lezen dat zomer 1989 een grote hoeveelheid pootsnoek in het bekken was uitgezet. Dit om de Brasem binnen de perken te houden waardoor watervlooien, wa- terreinigende verdelgers van algen, zich massaal kunnen ontplooien. Ons nu verder concentrerend op de Helle- gatsplaten, zien we hoe dit thans landschappelijk schitterend terrein er in de toekomst uit zal gaan zien wanneer geen aanvang gemaakt wordt met ge richte beheersmaatregelen. Van oost naar west gaande valt allereerst op dat langs de voet van de verbindingsdam Hellegatsplein-Overflakkee zich een brede, overwegend uit wilgen bestaande bo- menstrook ontwikkelt. Binnen afzienbare tijd gaat het vanaf de N59 bevrijdende uitzicht over de Hel legatsplaten verloren. Ook valt bosontwikkeling waar te nemen op een hoger gelegen strook, langs het Volkerak. Hier bevindt zich de grote gemengde Kokmeeuw/Visdiefkolonie. Inmiddels hebben de wilgen van het eerste uur zich zo stevig geworteld dat ze handmatig niet meer zijn te verwijderen. En nog steeds kiemen er nieuwe tenen. Het centrale platencomplex, met het vertakkend kreken systeem, blijft nog overwegend vrij van wilgen- 78

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1989 | | pagina 16