Op deze lokatie geen golfbaan. Foto: C. de Kraker
hiervoor gelden nog steeds. In tegenstelling tot de
noordkust van Schouwen-Duiveland is de zuid
kust nog grotendeels vrij van grootschalige rekrea-
tievormen. Bovendien liggen er langs de zuidkust
een reeks natuurgebieden waartussen geen rekrea-
tiegebied ontwikkeld dient te worden. Waar vooral
van begin af aan op gehamerd is, is het uitstraling-
seffekt van de Schelphoek op de Oosterschelde.
Dus, de negatieve effekten op aangrenzende be
langrijke natuurgebieden vormdgn de kern van de
bezwaren tegen rekreatieve ontwikkelingen in de
Schelphoek. Een probleem blijkt in zulke gevallen
te zijn dat gemeenten moeilijk over de gemeente
grens heen kunnen kijken en een door hen opge
steld plan in een groter verband kunnen plaatsen.
Bijvoorbeeld voor de Schelphoek het belang van
het gehele Oosterscheldegebied erbij te betrekken.
In 1987 kwam het bestemmingsplan Schelphoek in
procedure. In dat zelfde jaar begon de gemeente,
c.q. de Stichting Renesse, via een zogenaamde art.
19 procedure het plan in gedeelten tot uitvoering
te brengen, voordat de bestemmingsplanprocedure
tot de Raad van State afgekaart was.
Tot grote frustatie van de natuurbescherming
komt een dergelijke gang van zaken, het te pas en
onpas gebruiken van een art. 19 procedure, regel
matig voor. Het toepassen van een art. 19 procedu
re is een tamelijk ondemocratische methode, ei
genlijk bedoeld voor kleine zaken als het plaatsen
van een dakkapel, waarbij een volledig toetsen van
de inhoudelijke argumenten van een bezwaar
schrift niet plaatsvindt. In de praktijk komt het
dan vaak neer op een 'fait accompli'-situatie. Een
Raad van State zegt dan bij de behandeling van
bezwaren tegen een bestemmingsplan dat de ge
maakte bezwaren eigenlijk wel gegrond zijn, maar
dat er ondertussen al veel geld geïnvesteerd is of de
ontwikkelingen zover zijn dat de situatie niet meer
teruggedraaid kan worden. De grote winst van de
gehele Schelphoek-affaire is nu dat, behalve dat
onze argumenten door de Raad van State onder
schreven zijn, er een precedent geschapen is wat
inhoudt dat in het vervolg een reeds via art. 19
procedures ingevuld bestemmingsplan, hoeveel er
ook al ontwikkeld en geïnvesteerd is, niet meer per
definitie door de Raad van State goedgekeurd
wordt. Te verwachten is dan ook dat in het vervolg
minder makkelijk naar art. 19 gegrepen zal wor
den. De planologie, nog steeds één van de belang
rijkste instrumenten voor natuur- en landschaps
bescherming, zal in het vervolg democratischer
bedreven moeten worden.
Verbeterde relaties
De hiervoor genoemde successen voor de na
tuurbescherming dwingen de gemeenten en de
Provincie om hun beleid bij te stellen. Plannen
opstellen die vervolgens van tafel geveegd worden
gaat ten koste van veel gemeenschapsgeld en zal in
het vervolg zoveel mogelijk voorkomen moeten
worden. Een positieve ontwikkeling is dat in Zee
land de laatste tijd de relaties tussen natuurbe
schermingsorganisaties en een aantal overheidsli
chamen een stuk verbeterd zijn en tekenen er op
wijzen dat natuur en milieu bij gemeenten meer
aandacht krijgen. Zo wordt de natuurbescherming
door de gemeente Westerschouwen in een vroeg
stadium bij nieuw op te stellen plannen betrokken
en heeft de gemeente Brouwershaven te kennen ge
geven in 1990 een Landschapsbeleidsplan op te
stellen. Verbeterde relaties betekent niet een min
der kritische opstelling. Zo zal in januari 1990 de
Natuur- en Vogelwacht wederom voor de Raad
van State tegenover de gemeente Westerschouwen
staan voor wat betreft de Randweg bij Renesse.
Hopelijk zijn dit nog de naweeën van oudere
plannen en zal dit in het vervolg niet meer nodig
behoeven te zijn.
66