V? Lentevogel In de bebouwde omgeving kan de luidruchtige zang van de Zanglijster al vroeg in het jaar bij de daarvoor gevoelige luisteraar „het lentegevoel" los maken. In het open land zijn het de Veldleeuwerik en meer nog, de Kievit die met hun gedrag en uitingen van pure levenslust je het gevoel kunnen bezorgen dat de hele natuur weer barst van de energie en het voorjaar nu echt begonnen is. Met grillige zwenkingen buitelt de mannetjes kievit door de lucht. Laat met z'n strak gehouden vleugelpunten een zoevend geluid horen, terwijl hij uitbundig „lente, het is lente!" roept. Opvallend was dat bijna alle foto's van Henk in het Sterna-archief, met Kieviten als onderwerp, in de maan den juni, juli en augustus genomen waren. Dit wordt ver klaarbaar als we bedenken dat hij veelal vanuit een vaste schuilhut aan een kreekoever fotografeert, waar de Kievi ten meestal pas na afloop van het broedseizoen ver schijnen. Letten we op het verschil in kleed dan zien we dat het mannetje in de broedtijd in vergelijking met het vrouw tje iets meer zwart, dat ook duidelijker is afgebakend, aan de kop heeft. Doorgaans is de kuif van het vrouwtje duidelijk korter en is ze iets kleiner en wat valer gekleurd dan het mannetje, maar deze verschillen ziet men meest al pas goed als de twee naast elkaar staan. In de zomer na afloop van het broedseizoen volgt de rui en krijgen beide seksen een kleed dat in tekening sterk op de juveniele vogels lijkt. Namelijk meer wit aan kop en hals, een kortere kuif en lichtbruine randjes aan de veren van het mantelpak. Vanaf augustus wordt het dus lastiger om in het veld de eerstejaarsvogels van de volwassen Kieviten te onderscheiden. m- Tekst: Kees de Kraker Foto's: Henk Harmsen

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1990 | | pagina 18