Zeekool, een meerjarige soort - hier standhoudend op een dijk langs de Grevelingen. Foto: John Beijersbergen. vooral bestaan uit bruinwieren. De Gelobde Melde is weinig opvallend en wordt daarom gemakkelijk over het hoofd gezien. Omdat elk jaar opnieuw zaad moet ontkiemen kunnen de aantallen planten van jaar tot jaar erg verschillen. De meest zeldzame plant die werd gevonden is de Kustmelde. Deze is erg lastig van de Gewone Spiesmelde te onderscheiden en als zodanig alleen in september wanneer er rijpe vruchten zijn te her kennen. Over de specifieke eisen die deze soort stelt aan zijn milieu zijn weinig bijzonderheden bekend. Deze plant was overigens wel al bekend van de an dere Zeeuwse Noordzeestranden maar nog niet van Schouwen. In de rest van Nederland is de soort sinds 1950 slechts van twee plaatsen bekend. Deze vondsten van de Kustmelde mogen opmerke lijk genoemd worden. De Schouwse kust lijkt niet erg geschikt voor deze plant die net als sommige andere soorten graag de luwte opzoekt. In het ver leden heeft men de vele interessante vondsten langs de Noordbevelandse kust willen verklaren als gevolg van de onregelmatige kustlijn met inla gen en haventjes. Daardoor zouden er meer moge lijkheden voor luwe plaatsen zijn geweest. De Schouwse kust is een stuk eentoniger: de zeereep is een zanddijk geworden. Door het Deltaplan zijn allerlei stukken elders in Zeeland rechtgetrokken. De laatste jaren zijn echter wederom vondsten gedaan van Zeevenkel Crithmum maritimum, Zeekool en Zeelathyrus Lathyrus japonicus. Het veronderstelde negatieve effekt van de werken lijkt dus mee te vallen. Zee venkel is evenals de Gele hoornpapaver afkomstig van zuidelijker kusten en kan zich hier nauwelijks handhaven. Een plant die net als Zeevenkel en Zee lathyrus ontbrak is de Strandbiet (Beta vulgaris). Deze groeit op plaatsen met een mengsel van schelpen, bruinwieren en zand. Zeepostelein vinden we op plaatsen waaronder zich overblijfselen bevinden van een oud vloed merk maar die in tegenstelling tot de groeiplaats van Zeekool en Gelobde Melde niet meer door zand wordt onderstoven. De soort groeit vaak aan de duinvoet en markeert daarmee de overgang van vloedmerkzone naar het duin zelf. Het duin be staat immers uit materiaal dat al enigszins tot rust is gekomen en waar al een grote ruimtelijke afwis seling bestaat. De soortenlijst vermeldt naast de typische vloedmerkplanten ook tal van andere soorten die daar min of meer toevallig zijn terechtgekomen. 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1990 | | pagina 23